Word
熱心
Reading
ねっしん
Translation dut
met
enthousiasme
;
enthousiast
;
geestdriftig
;
vol
vuur
;
met
vuur
;
vurig
;
vol
geestdrift
;
dat
het
een
aard
heeft
;
met
gloed
;
onstuimig
;
gretig
;
ijverig
;
fervent
;
vurig
;
volijverig
;
ijverig
;
enthousiast
;
gloedvol
;
innig
;
geestdriftig
;
fel
;
hartstochtelijk
;
driftig
;
fervent
;
passioneel
;
gepassioneerd
;
gretig
;
verwoed
;
~
dat
het
een
aard
heeft
;
enthousiasme
;
ijver
;
geestdrift
;
vuur
;
passie
;
hartstocht
;
bezieling
;
gloed
;
ijver
;
geestdrift
;
enthousiasme
;
vuur
;
passie
;
verve
;
vurigheid
;
hartstochtelijkheid
;
driftigheid
;
innigheid
;
felheid
;
voortvarendheid
;
gretigheid
;
graagte
;
ferventie
;
elan
;
animo
;
entrain
;
vurig
;
(
vol
)
ijverig
;
enthousiast
;
gloedvol
;
innig
;
geestdriftig
;
fel
;
hartstochtelijk
;
driftig
;
fervent
;
passioneel
;
gepassioneerd
;
gretig
;
verwoed
;
dat
het
een
aard
heeft
Translation hun
mohóság
;
rajongás
Translation slv
vnema
;
gorečnost
;
navdušenje
;
vnet
;
zagrizen
;
goreč
;
navdušen
;
prizadeven
Translation spa
celo
;
entusiasmo
Translation eng
zealous
;
enthusiastic
;
ardent
;
fervent
;
keen
;
eager
Translation ger
eifrig
;
fleißig
;
leidenschaftlich
;
begeistert
;
teilnahmsvoll
;
mit
Eifer
;
eifrig
;
mit
Fleiß
.
fleißig
;
leidenschaftlich
;
begeistert
;
mit
Begeisterung
;
mit
Lust
;
teilnahmsvoll
;
Eifer
;
Fleiß
;
Begeisterung
;
Leidenschaft
;
Enthusiasmus
;
Teilnahme
;
Lust
Translation fre
enthousiasme
;
zèle
Translation rus
ревностный
,
пылкий
,
горячий
;
горячо
, с
пылом
,
ревностно
, с
энтузиазмом
; с
величайшим
вниманием
;
пыл
,
рвение
,
энтузиазм
;
ревностный
,
пылкий
,
горячий
{~な}
;
горячо
, с с с
пылом
,
ревностно
,
энтузиазмом
;
величайшим
вниманием
{~に}
;
увлекаться
(
чем-л
.)
{…に~である}
Word
破る
Reading
やぶる
Translation dut
scheuren
;
stuktrekken
;
stukscheuren
;
doorscheuren
;
verscheuren
;
rijten
;
breken
;
stukmaken
;
vernielen
;
afbreken
;
deur}
inbeuken
{een
;
forceren
;
openbreken
;
inslaan
;
ruit}
intikken
{een
;
stukslaan
;
verbrijzelen
;
muur}
doorslaan
{een
;
uitbreken
;
orde}
verstoren
{openbare
;
droom}
aan
scherven
slaan
{iemands
;
harmonie}
verbreken
{de
;
stilte}
doorbreken
{de
;
record}
verbeteren
{een
;
breken
;
plannen}
doorkruisen
{iemands
;
dwarsbomen
;
verijdelen
;
frustreren
;
belofte}
schenden
{zijn
;
inbreken
in
{een
gebouw}
;
bank}
kraken
{een
;
traditie}
loslaten
{een
;
overtreden
{spelregels}
;
inbreuk
maken
op
{iemands
rechten}
;
met
voeten
treden
;
zondigen
tegen
{een
gebod}
;
ontsnappen
uit
{de
gevangenis}
;
heenbreken
door
{een
barrière}
;
uitbreken
uit
;
vijand}
verslaan
{de
;
overwinnen
;
tegenstander}
kloppen
{de
;
verwonden
;
wonden
;
een
wond
toebrengen
aan
;
kwetsen
;
blesseren
;
bezeren
;
huid}
openhalen
{de
;
krenken
;
grieven
;
deren
;
aantasten
;
ontstemmen
Translation hun
elszakít
;
elszakít
;
feldúl
;
hasad
;
erőszakot
követ
el
;
megbecstelenít
;
megront
;
megszentségtelenít
;
meggyaláz
;
meghiúsít
;
összetör
;
összetörik
;
összeütközik
;
összezúz
;
összezúzódik
;
szétzúz
;
lerombol
Translation slv
razbiti
,
raztrgati
(
papir
,
blago
ipd
.); (
pre
)
kršiti
(
zakon
ipd
.)
Translation spa
desgarrar
;
violar
;
vencer
;
aplastar
;
destruir
;
romper
(e.g.
contraseña
)
Translation eng
to
tear
;
to
rip
;
to
break
;
to
destroy
;
to
break
through
(
cordon
,
opponent's
defense
,
etc
.) ;
to
breach
;
to
defeat
;
to
beat
;
to
break
(e.g.
silence
) ;
to
disturb
(e.g.
peace
) ;
to
shatter
(e.g.
dream
) ;
to
disrupt
;
to
spoil
;
to
violate
(e.g.
rule
) ;
to
break
(e.g.
promise
) ;
to
infringe
;
to
break
(a
record
)
Translation ger
zerreißen
;
zerbrechen
;
kaputt
machen
;
übertreten
;
verletzen
;
verstoßen
(
Gesetz
) ;
brechen
(
einen
Vertrag
) ;
besiegen
;
schlagen
Translation fre
déchirer
;
casser
;
détruire
;
faire
une
brèche
(
dans
les
défenses
d'un
ennemi
) ;
percer
;
vaincre
;
battre
;
briser
(
un
rêve
) ;
rompre
(
la
paix
) ;
déranger
;
transgresser
(
une
règle
) ;
rompre
(
une
promesse
) ;
battre
(
un
record
)
Translation rus
1)
разбивать
,
ломать
;
рвать
;
разрушать
;
2)
прорывать
(
напр
.
фронт
);
прорываться
(
напр
.
через
заграждение
);
вламываться
(
напр
. в
ворота
) ;
3)
нарушать
(
правила
,
закон
,
обещание
;
тишину
,
покой
) ;
4) ((
тж
.)
敗る
)
разбивать
,
бить
(
неприятеля
) ;
5)
расстраивать
,
срывать
(
чьи-л
.
планы
);
проваливать
(
чьё-л
.
предложение
,
начинание
)
Records 301 - 350 of 683 retrieved in 6272 ms