納める
JMdict 200217
Word 収める ; 納める
Reading おさめる
Translation dut oogsten ; de oogst binnenhalen ; de vruchten plukken ; maaien ; verwerven ; verkrijgen ; krijgen ; in het bezit komen van ; realiseren ; verwezenlijken ; de vruchten plukken van ; opdragen aan ; toewijden aan ; offeren aan {神社へ} ; aanbieden ; consacreren ; betalen ; afrekenen ; met geld over de brug komen ; dokken ; leveren ; verschaffen ; voorzien ; een leverancier zijn van ; opslaan ; stockeren ; een voorraad vormen van ; verzamelen ; vergaren ; bundelen ; groeperen ; hergroeperen ; tot een einde brengen ; beëindigen ; eindigen ; besluiten ; afsluiten ; schikken ; slechten ; beslechten ; afhandelen ; op zijn oorspronkelijke plaats terugstoppen ; terugplaatsen ; opbergen ; wegbergen ; z'n vleugels vouwen {鳥が羽を} ; aannemen ; accepteren ; aanvaarden ; opdragen aan ; toewijden aan ; offeren aan {een godheid} ; aanbieden {aan een godheid} ; consacreren ; oogsten ; de oogst binnenhalen ; de vruchten plukken ; maaien ; verwerven ; verkrijgen ; krijgen ; in het bezit komen van ; realiseren ; verwezenlijken ; de vruchten plukken van ; betalen ; afrekenen ; met geld over de brug komen ; dokken ; leveren ; verschaffen ; voorzien ; een leverancier zijn van ; opslaan ; stockeren ; een voorraad vormen van ; verzamelen ; vergaren ; bundelen ; groeperen ; hergroeperen ; tot een einde brengen ; beëindigen ; eindigen ; besluiten ; afsluiten ; op zijn oorspronkelijke plaats terugstoppen ; terugplaatsen ; opbergen ; wegbergen ; een vogel} zijn veren vouwen {m .b.t. ; aannemen ; accepteren ; aanvaarden Translation hun fizet ; kiegyenlít ; kifizet ; megtérít ; viszonoz ; kielégít ; pótol ; szállít vmit ; felújít ; visszaad ; visszatesz Translation slv {成果}dobiti ; doseči ; pridobiti ; preskrbeti si ; prejeti ; doseči {svojo voljo , željo ; ceno} ; obstajati ; biti priznan ; biti veljaven ; ( po ) žeti , dobiti ali pobrati sadove , pospraviti žetev ; imeti koristi ; {収納}dobiti ; prejeti ; sprejeti ; kositi ; žeti Translation spa tomar ; apoderarse de ; lograr ; guardar ; suprimir ; guardar ; finalizar ; concluir
Translation eng to dedicate ; to make an offering ; to pay ( fees ) ; to supply ; to store ; to finish ; to bring to a close ; to restore ( something to its place ) ; to achieve (e.g. a result ) Translation ger einnehmen ; annehmen ; erwerben ; gewinnen ; bezahlen ; zahlen ; schenken ; spenden ; stiften ; abliefern ; liefern ; beenden ; zahlen ; bezahlen ; liefern ; schenken ; spenden ; stiften ; weihen ; hineintun ; beenden ; annehmen ; aufbewahren Translation fre dédier ; consacrer ( par ex . du temps ou de l'argent ) ; faire une offre ; payer ( des frais ) ; fournir ; stocker ; entreposer ; finir ; terminer ; conclure ; mettre fin à ; remettre ( quelque chose à sa place ) ; rétablir ; atteindre ( par ex . un résultat ) ; réaliser Translation rus 1) получать , приобретать ; 2) вносить , уплачивать ; 3) убирать , помещать ( куда-л .) ; 4) поставлять ( напр . продукты ); приносить в дар храм ) ; 5) собирать

遣っつける
JMdict 200217
Word 遣っ付ける ; 遣っつける ; やっ付ける
Reading やっつける
Translation dut verslaan ; overwinnen ; afmaken ; uitschakelen ; vellen ; winnen van ; doden ; ervan langs geven ; de volle laag geven ; een pak slaag geven ; zwaar aanpakken ; de das omdoen ; afdrogen {fig .} ; inmaken ; inblikken ; afranselen ; afstraffen ; afrossen ; een afstraffing geven ; zijn portie geven ; zijn vet geven ; ik zal hem! ; een gevoelig lesje geven ; afrekenen met ; korte metten maken ; 'em een kantje geven ; scherp bekritiseren ; heftig tekeergaan tegen ; aanvallen ; te lijf gaan ; uithalen naar ; afkammen ; afbreken ; afkraken ; de grond in boren ; neerhalen ; neersabelen ; hekelen ; kraken ; aftroeven ; de grond in trappen ; op de korrel nemen ; roskammen ; de vloer aanvegen met ; afwerken ; afmaken ; afdoen ; afhandelen ; afwikkelen {問題を} ; afronden ; komaf maken met ; wegdoen ; wegwerken ; zich ontdoen van ; uit de weg ruimen ; aandurven te ~ ; durven te ~ ; wagen te ~ ; het bestaan te ~ ; zo brutaal zijn te ~ ; het lef hebben te ~ ; erdoorheen sukkelen ; met vallen en opstaan het einde halen ; het klaarspelen ; het gedaan krijgen ; het voor elkaar boksen ; het bolwerken ; het fiksen ; stellen ; flikken ; opknappen ; schiemannen ; lappen ; het 'm leveren ; het presteren om ~ ; het rooien ; weten te ~ ; vreten ; zuipen Translation hun porrá tör ; söpör ; támad ; befejez ; megesz vmit ; megeszik Translation spa hacer de cualquier manera ; llevar a cabo de malas maneras ; sacudir ; zumbar ; zurrar ; derrotar ; dar de leches ; batir ; atacar ; acabar
Translation eng to beat ; to attack ( an enemy ) ; to do away with ; to finish off Translation ger etw . durchführen , ohne an die Folgen zu denken ; jmdn . fertig machen ; angreifen ; kritisieren Translation fre battre ; attaquer ( un ennemi ) ; abolir ; terminer ; achever

Records 1 - 10 of 10 retrieved in 934 ms