避る
JMdict 200217
Word 去る ; 避る
Reading さる
Translation dut verlaten ; weggaan ( bij ; van ) ; vertrekken ( bij ; van ; uit ) ; ervandoor gaan ; aangaan {gew .} ; ertussenuit knijpen ; opstappen ; heengaan ( van ) ; heenlopen ; sterven {i .h.b.} ; scheiden ( van ; uit ) ; echtgenoot {m .b.t. ; echtgenote} zich laten scheiden van ; zich verwijderen van ; aflopen van ; weglopen van ; verdwijnen ; wegkomen ; zich wegscheren ; zich wegpakken {veroud .} ; opdonderen {inform .} ; ophoepelen {inform .} ; opflikkeren {inform .} ; oprukken {inform .} ; opdoeken {w .g.} ; opzooien {studentent .} ; zich uit de voeten maken {uitdr .} ; achter zich laten ; op {x uur afstand enz .} liggen ; afliggen van ; verwijderd liggen van ; wijken ; afnemen ; wegtrekken ; verdwijnen ; overgaan ; eindigen ; ophouden te bestaan ; aflopen ; ten einde lopen ; voorbijgaan ; vergaan ; seizoen {m .b.t. ; tijdruimte} verstrijken ; voorbijgaan ; vergaan ; voorbijvliegen {i .h.b.} ; verlopen ; passeren ; omgaan {fig .} ; omlopen {fig .} ; omkomen {fig .} ; verwijderen ; afhalen ; weghalen ; wegwerken ; uithalen ; wegnemen ; afdoen ; afnemen ; verbannen ; zich af maken van ; zich ontdoen van ; bannen ; uitbannen ; afzetten ( van ) ; laten varen ; baan} opgeven {m .b.t. ; stoppen met ; ambt} neerleggen {m .b.t. ; verlaten ; opzeggen ; afstand doen van ; bedanken voor ; vaarwelzeggen ; toneel} afgaan ( van ) {m .b.t. ; totaal ~ ; volledig ~ ; compleet ~ ; geheel en al ~ ; volkomen ~ {voorafgegaan door een ren'yōkei} ; jongstleden ; jl . {afk .} ; laatstleden ; ll . {afk .} ; ~ dezer ; vorige ~ ; verleden ~ ; gepasseerde ~ Translation hun átad ; elmegy ; enged ; hagy ; rábíz ; átmegy ; elhalad ; elkönyvel ; elmúlik ; eltelik ; eltűnik ; felülmúl ; halad ; megelőz ; meghal ; megy ; múlik ; passzol ; telik ; továbbad ; továbbhalad ; tölt ; történik Translation slv ločiti se ( od nekega kraja ), oditi ; miniti , iti mimo ; pustiti ; zapustiti ; prepustiti ; opustiti ; prenehati Translation spa salir ; irse ; pasar ; transcurrir ; ser distante ; echar ; alejar ; apartar ; divorciar ; ( después de de la raíz -masu , esp . un verbo suru ) completamente ; pasado ( ej . abril pasado )
Translation eng to leave ; to go away ; to pass ; to elapse ; to be distant ; to send away ; to drive off ; to divorce ; to ( do ) completely ; last ... (e.g. "last April" ) Translation ger vergangener … ; letzter … ; fortgehen ; weggehen ; ( einen Ort ) verlassen ; sich entfernen ; abhauen ; aufbrechen ; abfahren ; abfliegen ; abreisen ; vergehen ; vorübergehen ( Zeit ) ; vergehen ; verschwinden ; schwinden ; nachlassen ; abnehmen ; weggehen (z. B. eine Gefahr , Krankheit etc .) ; entfernt sein ; vollständig tun ; fernhalten ; sich vom Leib halten ; sich von seiner Frau trennen ; sich scheiden lassen ; meiden ; vermeiden ; umgehen ; absagen ; ablehnen ; Verse voneinander trennen ( bei Kettengedichten ) Translation fre partir ; quitter ; passer ; s'écouler ; être éloigné ; renvoyer ; chasser ; divorcer ; ... complètement ; ... dernier ( par ex . « avril dernier ») Translation rus 1) уходить ; оставлять , покидать ; 2) проходить , уходить ; 3) удалять , счищать ; 4) (( тж .) 距る ) отстоять ( от чего-л .) ; прошлый ( при указании прошедшей даты ) ; ( ср .) さるころ


罷める
JMdict 200217
Word 辞める ; 罷める ; 退める
Reading やめる
Translation dut ambt} neerleggen {m .b.t. ; leger enz .} verlaten {het ; baan enz .} vaarwel zeggen {z'n ; betrekking enz .} opzeggen {z'n ; bedanken ; aan kant doen ; met pensioen gaan {i .h.b.} Translation hun visszavonul Translation spa dejar de ; renunciar a ; dimitir ; cesar en un puesto o actividad ; abandonar ; retirar
Translation eng to resign ; to retire ; to quit ; to leave ( one's job , etc .) Translation ger sein Amt niederlegen ; aufhören ; abdanken ; sich zurückziehen ; zurücktreten Translation fre démissionner ; se retirer ; quitter ( son emploi , etc .) Translation rus уходить в отставку







断わる
JMdict 200217
Word 断る ; 断わる
Reading ことわる
Translation dut weigeren ; niet toelaten ; niet vergunnen ; niet inwilligen ; afslaan ; afwijzen ; verwerpen ; niet accepteren ; niet ( willen ) aannemen ; van de hand wijzen ; van tafel vegen ; bedanken ; weigeren ; wegwuiven ; wegwimpelen ; declineren {w .g.} ; zijn verontschuldiging aanbieden ; zijn excuses maken ; zijn excuses aanbieden ; excuus vragen ; pardon vragen ; zich schoon praten ; vooraf kennisgeven ; informeren ; inlichten ; meedelen ; mededelen ; waarschuwen ; verwittigen ; vertellen ; berichten ; op de hoogte stellen ; brengen ; toelating vragen ; toestemming vragen ; verlof vragen ; ontslaan ; ontslag geven ; de laan uitsturen ; op straat zetten ; aan de dijk zetten ; verbieden ; door een verbod ontzeggen Translation hun elutasít ; megtagad ; visszautasít ; elvet ; kivet ; abbahagy ; elbocsát ; elenged ; elhesseget ; elűz ; lecsavar ; elhárít ; gyengül Translation slv ne dovoliti ; zavrniti ; dati na znanje ; prositi za odhod Translation spa negarse ; informar ; pedir dejar ; declinar ; destituir ; informar ; dar nota ; pedir permiso ; disculparse ( de ) Translation swe neka ; avböja ; tacka nej
Translation eng to refuse ; to reject ; to dismiss ; to turn down ; to decline ; to inform ; to give notice ; to tell in advance ; to ask leave ; to excuse oneself ( from ) Translation ger ablehnen ; absagen ; verweigern ; abschlagen ; ausschlagen ; sich weigern ; sagen ; mitteilen ; um Erlaubnis bitten ; sich entschuldigen ; Ausreden machen ; Entschuldigungen vorbringen ; sich rechtfertigen ; sich verteidigen Translation fre refuser ; rejeter ; décliner ; repousser ; remercier ; informer ; notifier ; avertir ; donner un préavis ; dire à l'avance ; demander la permission ; s'excuser ( de ) Translation rus 1) отклонять , отказывать ; 2) отказывать от места ( кому-л .) ; 3) извиняться , выражать сожаление ( при отказе и т. п.) ; 4) предупреждать , {пред}уведомлять ; делать оговорку ; 5) просить разрешения , спрашиваться ; 6) запрещать , воспрещать ; ( ср .) ことわらずに





Records 1 - 14 of 14 retrieved in 407 ms