外す
JMdict 200217
Word 外す
Reading はずす
Translation dut losmaken ; openmaken ; afzetten {眼鏡を} ; afdoen ; afhalen {ベッドカバーを} ; losknopen {ボタンを} ; loskoppelen ; loshaken {留金を} ; afhaken ; losgespen ; afgespen ; verwijderen ; weghalen ; nemen van ; wegnemen ; weglaten van ; van het slot doen ; uitlichten {戸を} ; uittillen ; disloqueren {i .h.b.} ; debrayeren {mech .} ; ontkoppelen {techn .} ; afkoppelen {ギアを} ; missen {機会を} ; onbenut laten ; laten ontglippen ; verkijken ; mislopen ; misslaan ; misschieten ; ontkomen aan ; ontsnappen aan ; ontwijken ; pareren ; afwenden ; verlaten {席を} ; ervandoor gaan Translation hun feloldoz ; kigombol ; kikapcsol ; megbont ; meglazít ; tönkretesz ; visszacsinál ; elbocsát ; eltávolít ; elugrik ; elvisz ; levet ; utánoz Translation slv odstraniti Translation spa desatar ; deshacer ; remover ; quitar ; desinstalar ; dejar ; salir ; apearse ; escabullirse
Translation eng to remove ; to take off ; to detach ; to unfasten ; to undo ; to drop (e.g. from a team ) ; to remove ( from a position ) ; to exclude ; to expel ; to leave (e.g. one's seat ) ; to go away from ; to step out ; to slip away ; to dodge (a question , blow , etc .) ; to evade ; to sidestep ; to avoid (e.g. peak season ) ; to miss (a target , chance , punch , etc .) Translation ger lösen ; losmachen ; abmachen ; abnehmen ; abstellen ; abkuppeln ; absetzen ; verrenken ; ausrenken ; verfehlen ; nicht treffen ; sich entfernen ; ausweichen ; fortschleichen Translation fre délier ; détacher ; dénouer ; déboucler ; déboutonner ; défaire ; supprimer ; enlever ; désinstaller ; partir ; sortir ; s'éclipser ; manquer ( une cible ) Translation rus 1) снимать ( что-л . надетое , прикреплённое ); откреплять ; отцеплять ; разъединять ; отстёгивать , расстёгивать ; распускать ; 2) упускать ( что-л .); уклоняться ( от чего-л .) ; 3) непроизвольно мочиться , ходить под себя




遊ぶ
JMdict 200217
Word 遊ぶ
Reading あそぶ ; あすぶ
Translation dut spelen ; zich vermaken ; pret maken ; plezier maken ; zich amuseren ; zich bezighouden ; niets uitvoeren ; nietsdoen ; niksen ; niets te doen hebben ; er z'n gemak van nemen ; z'n tijd verdoen ; werkeloos blijven ; luieren ; rondhangen ; lummelen ; lanterfanten ; wepele armen hebben {gew .} ; werkloos zijn ; inactief zijn ; het ervan nemen ; de bloemetjes buitenzetten ; fuiven ; uitgaan ; stappen ; cafés bezoeken ; aan de boemel gaan ; boemelen ; aan de zwier gaan ; pierewaaien ; zwierbollen ; braak liggen {土地が} ; ongebruikt liggen {機械が} ; onbenut blijven ; stilliggen ; buiten bedrijf zijn ; buiten werking zijn ; sluimeren ; niets omhanden hebben {手が} ; slapen {資本が} ; renteloos liggen ; op stok liggen ; reizen {…に~} ; een tocht maken ; een uitstapje maken ; een bezoek afleggen ; studeren {…に~} ; opzettelijk wijd gooien {honkb .} ; een spel drijven ; sollen ; dollen ; gekscheren ; de draak steken met ; verzen maken ; muziek maken Translation hun hangszeren játszik ; játéka van ; játékosan mozog ; játszadozik ; játszódik ; mozgása van ; szabad játéka van ; szabad mozgása van ; viselkedik vkivel Translation slv igrati se Translation spa jugar ; hacer una visita ( esp . por placer ) ; estar ocioso ; hacer nada
Translation eng to play ; to enjoy oneself ; to have a good time ; to mess about ( with alcohol , gambling , philandery , etc .) ; to be idle ; to do nothing ; to be unused ; to go to ( for pleasure or for study ) ; to intentionally throw a ball to lower the batter's concentration Translation ger spielen ; sich vergnügen ; sich amüsieren ; sich unterhalten ; faul sein ; nichts tun ; nicht in Gebrauch sein ; einen Auslandstudienaufenthalt machen ; eine Reise machen ; ins Rotlichtviertel gehen ; arbeitslos sein Translation fre jouer à ; s'amuser ; visiter ; déconner ( avec l'alcool , le jeu , les femmes , etc .) ; être inactif ; ne rien faire ; être inutilisé ; aller ( pour le plaisir ou pour les études ) ; jeter volontairement une balle pour abaisser la concentration du frappeur Translation rus 1) играть ( тж . и в какую-л . игру ) ; 2) развлекаться , забавляться ; гулять ; 3) вести весёлую ( беспутную ) жизнь , кутить ; 4) гулять , ничего не делать , бездельничать ; 5) быть без работы ком-л .); простаивать ; не использоваться , оставаться без употребления чём-л .) ; 6) совершить экскурсию ; съездить , проехаться ( куда-л .) ; 7) учиться ( не по месту жительства )


寐る
JMdict 200217
Word 寝る ; 寐る
Reading ねる
Translation dut zich neerleggen ; gaan liggen ; zich leggen ; zich neervlijen ; naar bed gaan ; gaan slapen ; plat gaan ; in bed kruipen ; erin kruipen ; 'em knijpen {inform .} ; onder de dekens kruipen ; onder zeil gaan ; onder de wol kruipen ; onder dek kruipen ; het bed opzoeken ; zich te bed begeven ; zich te ruste leggen ; zich te ruste begeven ; naar kooi gaan ; naar zijn keet gaan ; slapen ; rusten ; van vogels} roesten {i .h.b. ; {veroud . ; bijb .} ( zich ) bedden ; {uitdr . ; w.g.} tussen de klamme lappen gaan ; {uitdr . ; w.g.} tussen de zure lappen gaan ; het bed houden ; bedrust houden ; overnachten ; slapen ; naar bed gaan ( met ) ; slapen ( met ) ; kooien ( met ) ; liggen ( bij ) {bijb .} ; tussen de lakens kruipen ( met ) ; vrijen ( met ) ; bijslapen {w .g.} ; slapen ; braak liggen ; kapitaal} doodliggen {van ; ongebruikt liggen ; onbenut liggen ; onaangesproken zijn ; onaangeboord zijn ; onontwikkeld zijn ; onontgonnen zijn Translation hun ágynak dől Translation slv spati ; iti spat Translation spa acostarse ; dormir
Translation eng to lie down ; to go to bed ; to lie in bed ; to sleep ( lying down ) ; to sleep ( with someone , i.e. have intercourse ) ; to lie idle Translation ger schlafen ; schlafen gehen ; ins Bett gehen ; krank im Bett liegen ; sich hinlegen ; brachliegen ; unbenutzt herumliegen Translation fre s'allonger ; se coucher ; aller au lit ; rester au lit ; rester alité ; dormir ( couché ) ; coucher ( avec quelqu'un , c. -à-d . avoir des rapports sexuels ) ; se reposer allongé Translation rus ложиться спать ; 1) ложиться {спать} ; 2) засыпать ; 3) ( перен .) находиться ( лежать ) без движения капитале , товарах )
Crossref 眠る・1


死ぬ
JMdict 200217
Word 死ぬ
Reading しぬ
Translation dut sterven ; doodgaan ; overlijden ; heengaan {euf .} ; {fig . ; euf .} inslapen ; ontslapen {euf .} ; expireren {form .} ; verscheiden {arch .} ; omkomen {i .h.b.} ; vergaan ; het leven laten {euf .} ; de wereld verlaten {uitdr .} ; de dood vinden {i .h.b.} ; om het leven komen {i .h.b.} ; kapotgaan {inform .} ; opkrassen {inform .} ; verrekken {vulg .} ; dieren {m .b.t. ; volkst .} creperen ; dieren {m .b.t. ; volkst .} peigeren ; {uitdr . ; euf .} uit dit leven scheiden ; {uitdr . ; euf .} de geest geven ; {uitdr . ; euf .} de laatste adem ( tocht ) uitblazen ; {uitdr . ; euf .} de doodssnik geven ; {uitdr . ; euf .} de laatste snik geven ; {uitdr . ; euf .} tot een beter leven overgaan ; de grote reis aanvaarden {uitdr .} ; ad patres gaan {uitdr .} ; de weg van alle vlees gaan {uitdr .} ; de eeuwigheid in gaan {uitdr .} ; voor Gods rechterstoel verschijnen {uitdr .} ; {uitdr . ; euf .} het ( moede ) hoofd neerleggen ; het het tijdelijke met eeuwige verwisselen {uitdr .} ; {uitdr . ; euf .} naar betere oorden verhuizen ; het hoekje omgaan {uitdr .} ; de pijp uitgaan {uitdr .} ; er geweest zijn {uitdr .} ; het loodje leggen {uitdr .} ; de ogen sluiten {uitdr .} ; de pijp aan Maarten geven {uitdr .} ; om zeep gaan {uitdr .} ; naar de barbiesjes gaan {uitdr .} ; de kraaienmars blazen {uitdr .} ; zijn poeperd dichtknijpen {uitdr .} ; het afleggen {uitdr .} ; het leven afleggen {uitdr .} ; de doodschuld afleggen {uitdr .} ; 'm piepen {uitdr .} ; zijn hachje erbij inschieten {uitdr .} ; kassiewijle gaan {Barg .} ; het afpikken {Barg .} ; levendigheid ; glans verliezen ; futloos ; lusteloos ; doods worden ; onbezield raken ; zielloos worden ; wegsterven {fig .} ; verspild worden ; nutteloos besteed worden ; verdaan worden ; onbenut blijven ; ongebruikt blijven ; geslagen worden {go-jargon} ; van het veld af gespeeld worden {honkbaljargon} ; "uit" geslagen worden ; uitgetikt worden Translation hun meghal Translation slv umreti Translation spa morir Translation swe
Translation eng to die ; to pass away ; to lose spirit ; to lose vigor ; to look dead ; to cease ; to stop Translation ger sterben ; hinscheiden ; verscheiden ; den letzten Atem aushauchen ; versterben ; umkommen ; verenden ; fallen ; gefangen sein ; aus dem Spiel genommen werden Translation fre mourir ; trépasser ; succomber ; décéder ; rendre l'esprit ; s'affaiblir ; avoir l'air mort ; cesser ; arrêter ; terminer Translation rus умирать , умереть ; ( ср .) しんだ , しなれる【死なれる】 , しぬべき


Records 1 - 10 of 10 retrieved in 916 ms