双べる
JMdict 200217
Word 並べる ; 双べる
Reading ならべる
Translation dut naast elkaar plaatsen ; dicht bij elkaar zetten ; zij aan zij leggen ; juxtaponeren ; schikken ; een rij ) opstellen ; een rij ) zetten ; e.d.} klaarzetten {stoelen ; een ( speel ) bord} plaatsen {op ; iets naast iets anders stellen ; vergelijken ; opwegen ; aan een stuk door {praten ; klagen enz .} ; {klachten ; gebreken enz .} opnoemen ; opsommen Translation hun felsorakozik ; felsorakoztat ; sorba állít ; dicsőít ; hangot ad Translation slv postaviti v vrsto ; razporediti ; razvrstiti Translation spa alinear
Translation eng to line up ; to set up ; to arrange in a line ; to enumerate ; to itemize ; to be equal ( to ) ; to compare well ( with ) ; to be as good ( as ) Translation ger aufreihen ; nebeneinander stellen ; aufstellen ; nebeneinander legen ; gegenüberstellen ; vergleichen ; Beweise aufführen ; aufzählen ; auflisten ; eine Aufstellung machen ; spielen ( ein Brettspiel ) Translation fre exposer ; présenter ; mettre en place ; aligner ; ranger ; arranger ; mettre en rang ; disposer en ligne ; énumérer ; dénombrer ; détailler ; décomposer ( en éléments constitutifs ) ; être égal (à) ; être semblable (à) ; être aussi bon ( que ) Translation rus раскладывать ; расставлять ряд ) ; 1) ставить в ряд , выстраивать ; располагать по порядку ; расставлять по местам ; выставлять ( на витрине , выставке и т. п.) ; 2) перечислять ; 3) ( перен .) ставить рядом , сопоставлять


活ける
JMdict 200217

納める
JMdict 200217
Word 収める ; 納める
Reading おさめる
Translation dut oogsten ; de oogst binnenhalen ; de vruchten plukken ; maaien ; verwerven ; verkrijgen ; krijgen ; in het bezit komen van ; realiseren ; verwezenlijken ; de vruchten plukken van ; opdragen aan ; toewijden aan ; offeren aan {神社へ} ; aanbieden ; consacreren ; betalen ; afrekenen ; met geld over de brug komen ; dokken ; leveren ; verschaffen ; voorzien ; een leverancier zijn van ; opslaan ; stockeren ; een voorraad vormen van ; verzamelen ; vergaren ; bundelen ; groeperen ; hergroeperen ; tot een einde brengen ; beëindigen ; eindigen ; besluiten ; afsluiten ; schikken ; slechten ; beslechten ; afhandelen ; op zijn oorspronkelijke plaats terugstoppen ; terugplaatsen ; opbergen ; wegbergen ; z'n vleugels vouwen {鳥が羽を} ; aannemen ; accepteren ; aanvaarden ; opdragen aan ; toewijden aan ; offeren aan {een godheid} ; aanbieden {aan een godheid} ; consacreren ; oogsten ; de oogst binnenhalen ; de vruchten plukken ; maaien ; verwerven ; verkrijgen ; krijgen ; in het bezit komen van ; realiseren ; verwezenlijken ; de vruchten plukken van ; betalen ; afrekenen ; met geld over de brug komen ; dokken ; leveren ; verschaffen ; voorzien ; een leverancier zijn van ; opslaan ; stockeren ; een voorraad vormen van ; verzamelen ; vergaren ; bundelen ; groeperen ; hergroeperen ; tot een einde brengen ; beëindigen ; eindigen ; besluiten ; afsluiten ; op zijn oorspronkelijke plaats terugstoppen ; terugplaatsen ; opbergen ; wegbergen ; een vogel} zijn veren vouwen {m .b.t. ; aannemen ; accepteren ; aanvaarden Translation hun fizet ; kiegyenlít ; kifizet ; megtérít ; viszonoz ; kielégít ; pótol ; szállít vmit ; felújít ; visszaad ; visszatesz Translation slv {成果}dobiti ; doseči ; pridobiti ; preskrbeti si ; prejeti ; doseči {svojo voljo , željo ; ceno} ; obstajati ; biti priznan ; biti veljaven ; ( po ) žeti , dobiti ali pobrati sadove , pospraviti žetev ; imeti koristi ; {収納}dobiti ; prejeti ; sprejeti ; kositi ; žeti Translation spa tomar ; apoderarse de ; lograr ; guardar ; suprimir ; guardar ; finalizar ; concluir
Translation eng to dedicate ; to make an offering ; to pay ( fees ) ; to supply ; to store ; to finish ; to bring to a close ; to restore ( something to its place ) ; to achieve (e.g. a result ) Translation ger einnehmen ; annehmen ; erwerben ; gewinnen ; bezahlen ; zahlen ; schenken ; spenden ; stiften ; abliefern ; liefern ; beenden ; zahlen ; bezahlen ; liefern ; schenken ; spenden ; stiften ; weihen ; hineintun ; beenden ; annehmen ; aufbewahren Translation fre dédier ; consacrer ( par ex . du temps ou de l'argent ) ; faire une offre ; payer ( des frais ) ; fournir ; stocker ; entreposer ; finir ; terminer ; conclure ; mettre fin à ; remettre ( quelque chose à sa place ) ; rétablir ; atteindre ( par ex . un résultat ) ; réaliser Translation rus 1) получать , приобретать ; 2) вносить , уплачивать ; 3) убирать , помещать ( куда-л .) ; 4) поставлять ( напр . продукты ); приносить в дар храм ) ; 5) собирать








意に適う
JMdict 200217

Records 1 - 14 of 14 retrieved in 371 ms