穢す
JMdict 200217
Word 汚す ; 穢す
Reading よごす ; けがす
Translation dut bevuilen ; vuilmaken ; smerig maken ; bezoedelen ; bevlekken ; besmeuren ; besmeren ; smetten ; onteren ; te schande maken ; schande aandoen ; schande brengen over ; in ongenade doen vallen ; een slechte naam bezorgen ; de naam bezoedelen van ; zijn eer doen verliezen ; bezwalken ; bezwadderen ; zwart maken ; bekladden ; onteren ; schenden ; aanranden ; verkrachten ; misbruiken ; schofferen ; zich vergrijpen aan ; te na komen ; rossen {Sur .N.} ; de eer hebben aanwezig te zijn bij {末席を} ; te zetelen in ; zitting te hebben in ; lid te zijn van ; vuilmaken ; besmeuren ; besmeren ; bevuilen ; bekladden ; zwart maken ; bezwalken ; bezoedelen ; bezwadderen ; bevlekken ; verontreinigen ; smetten ; vervuilen ; smerig maken ; aanmaken {sla} ; toebereiden ; smeren {brood} Translation hun becsületébe gázol vkinek ; lefokoz ; megszégyenít ; megvonja kegyeit vkitől ; szégyenére van ; meggyaláz ; nem fogad el ; nem vált be ; szennyez ; beszennyez ; fertőz ; megfertőz ; bemocskol ; bepiszkít ; megtrágyáz ; színez Translation slv umazati Translation spa manchar ; ensuciar ; desgraciar ; deshonrar ; contaminar ; ensuciar ; manchar ; manchar ; ensuciar
Translation eng to pollute ; to contaminate ; to soil ; to make dirty ; to stain ; to disgrace ; to dishonour ; to dishonor ; to defile Translation ger schmutzig machen ; beschmutzen ; dreckig machen ; besudeln ; beflecken ; entehren ; schänden ; entweihen ; entheiligen ; vergewaltigen ; schänden ( eine Frau ) ; in eine hohe Position aufsteigen ( eine charakterlose oder unfähige Person ) ; anwesend sein ; Mitglied sein ; ( sehr bescheiden ) etw . durch die eigene Anwesenheit Unehre machen ; schmutzig machen ; beschmutzen ; besudeln ; verschmutzen ; verunreinigen ( im Gegensatz zum Homographen kegasu meist im konkreten Sinn benutzt ) ; Aemono machen ; einen gemischten Salat machen Translation fre polluer ; contaminer ; salir ; souiller ; tacher ; faire honte à ; déshonorer ; profaner Translation rus пачкать ; загрязнять ; пачкать , загрязнять ; обрастать ракушками и водорослями судне ) ; 1) пачкать , марать , загрязнять ; 2) осквернять ; бесчестить , позорить


準備
JMdict 200217
Word 準備
Reading じゅんび
Translation dut ( zich ) voorbereiden ; schikkingen ; voorbereidingen ; voorzieningen treffen ; bereiden ; prepareren ; toebereidselen maken ; toebereiden ; ( zich ) klaarmaken ; banen {道を} ; aanrichten {食事を} ; voorzorgen nemen ; preparatie maken ; zich gereedmaken ; zich opmaken ; zich rusten {veroud .} ; zich aangorden {fig .} ; voorbereiding ; toebereiding ; klaarmaking ; toebereidselen ; voorbereidsel ; voorziening ; voorzorg ; preparatie ; preparatieven Translation hun előkészületek ; intézkedés ; tartalék ; kikötés ; természetvédelmi terület ; védett terület Translation slv priprava ; ureditev ; pripraviti Translation spa preparación ; preparativo ; provisión ; reserva Translation swe förberedelse
Translation eng preparation ; arrangements ; getting ready ; provision ; setup ; reserving Translation ger vorbereiten ; Vorkehrungen treffen ; Vorsorge treffen ; sich anschicken ; Vorbereitung ; Vorkehrung ; Vorsorge Translation fre préparation ; préparatifs ; dispositions ; installation ; réserve Translation rus готовить{ся} , подготавливать{ся} ; подготовка , приготовления чему-л .); готовность ; а) подготовительный ; б) запасной , резервный {~{の}} ; готовить{ся} , подготавливать{ся} {~する} ; быть готовым чём-л .) {~してある} ; резервировать {~とする} ; неподготовленный ; импровизированный {~しない}

拵える
JMdict 200217
Word 拵える
Reading こしらえる ; こさえる
Translation dut maken ; in elkaar steken ; fabriceren ; knutselend maken ; vervaardigen ; bereiden ; in elkaar flansen ; bouwen ; construeren ; opbouwen ; optrekken ; voorbereiden ; prepareren ; arrangeren ; toebereiden ; toebereidselen treffen ; zich klaarmaken voor ; zich gereedmaken voor ; inzamelen ; ophalen ; vergaren ; verschaffen ; voorzien ; leveren {Het lijdend voorwerp van dit werkwoord is meestal een woord dat naar geld ; financiële middelen ; fondsen ; etc . verwijst .} ; verzinnen ; uitvinden ; verdichten ; fingeren ; bedenken ; uitdenken ; fantaseren ; uit zijn duim zuigen ; zich opkleden ; zich mooi aankleden ; zijn beste kleren aantrekken ; zijn beste pak aantrekken ; zijn toilet maken ; zich opknappen ; zich mooi maken ; make-up aanbrengen ; het uiterlijk verzorgen Translation hun -tat ; -tet ; házi gyártmány ; megteremt ; teremt ; tesz vmivé ; válik belőle Translation slv narediti , zgraditi , dati ( nečemu ) obliko
Translation eng to make ; to manufacture Translation ger machen ; herstellen ; anfertigen ; bauen ; herstellen ; machen ; anfertigen ; fabrizieren ; bilden ; bauen ; konstruieren ; vorgeben ; simulieren ; vorspiegeln ; vortäuschen Translation fre fabriquer ; faire Translation rus 1) изготовлять , делать ; приготовлять ; готовить ; 2) наряжаться , принаряжаться ; 3) выдумывать , сочинять , фабриковать ; подделывать

韲える
JMdict 200217
Word 和える ; 韲える ; 合える
Reading あえる
Translation dut aanmaken {cul .} ; toebereiden ; op smaak brengen ; assaisonneren
Translation eng to dress ( vegetables , salad , etc .) Translation ger anmachen ( Salat ) Translation rus приправлять ( овощи уксусом , соей и т. п.); готовить ( винегрет , салат )

按排
JMdict 200217
Word 塩梅 ; 按排 ; 按配 ; 案配 ; 安排
Reading あんばい
Translation dut kruiden ; op smaak brengen ; smaak geven aan ; toebereiden ; regelen ; afstellen ; aanpassen ; smaak {cul .} ; kruiding ; toestand ; mate ; manier ; wijze ; conditie ; gezondheidstoestand ; vorm ; regeling ; schikking ; arrangement ; ordening Translation hun egyezség ; elrendezés ; tagoltság ; felsorolás ; kijelölés ; behangolás ; fűszerezés ; aroma ; illat ; íz ; ízesítő anyag ; jellemző tulajdonság ; különleges tulajdonság ; légkör ; renonszot csinál ; sajátosság ; zamat ; illatosító anyag ; dísz ; fény ; méltóság ; pompa ; egyezség ; elrendezés ; tagoltság ; felsorolás ; kijelölés ; behangolás Translation spa arreglo ; asignación ; ajuste ; estado ; condición ; sazón ; orden sucesivo ; arreglo ; asignación ; ajuste Translation swe anordning ; arrangemang
Translation eng seasoning ; flavour ; flavor ; taste ; condition ; state ; situation ; ( state of ) health ; physical condition ; arrangement ; assignment ; adjustment ; handling ; dealing with Translation ger Salz und Saft von in Salz eingelegten Pflaumen ( als Würzmittel ) ; Würze ; Geschmack ; Lage ; Verfassung ; Zustand ; Gesundheit ; Zustand des Körpers ; ordnen ; anordnen ; verteilen ; regulieren ; richtig stellen ; Anordnung ; Verteilung Translation rus 1) устанавливать , устраивать , распределять ; 2) регулировать , смягчать ; : ~する ; 1) устанавливать , устраивать , распределять ; 2) регулировать , смягчать ; приправлять , придавать вкус ; 1) вкус ; приправлять , придавать вкус {~する} ; 2) состояние ( здоровья ), положение ( дел ) ; 3) способ , образ действий

味を付ける
JMdict 200217
Word 味をつける ; 味を付ける
Reading あじをつける
Translation dut kruiden ; op smaak brengen ; smaak geven aan ; toebereiden ; assaisonneren
Translation eng to season (e.g. with salt ) ; to flavour ; to flavor ; to lace (e.g. with whisky ) Translation ger würzen ; salzen

Records 1 - 7 of 7 retrieved in 91 ms