貼る
JMdict 200217
Word 張る ; 貼る
Reading はる
Translation dut spannen ; aanspannen ; opspannen ; strekken ; touw {m .b.t. ; lijn enz .} scheren ; enz .} ophangen {gordijnen ; takken enz .} uitspreiden {zijn ; opslaan {テントを} ; opzetten ; vleugels} uitslaan {de ; zeilen} zetten {de ; rekken ; bespannen ( met ) ; aanbrengen ; behangen {壁紙を} ; stof enz .} overtrekken {met ; bekleden ( met ) ; voorzien van ; water enz .} vullen {met ; enz .} nemen {stelling ; zaak} opzetten {een ; drijven ; banket} aanrichten {een ; macht {zijn ; recht enz .} doen gelden ; enz .} zetten ( op ) {geld ; verwedden ; zin} doordrijven {zijn ; op de uitkijk staan ; een verdachte enz .} uitkijken {naar ; opwachten ; schouders enz .} rechten {zijn ; ellebogen enz .} uitsteken {de ; borst enz .} vooruit steken {de ; een klap geven ; een draai om de oren geven ; meppen ; harite 張り手 toebrengen {sumō-jargon} ; zich opzetten ; opzwellen ; uitzetten ; verstrammen ; verstijven ; verstrakken ; uitsteken ; hoekig worden ; zich uitstrekken ( over het hele oppervlak ) ; zich uitspreiden over ; zich vormen ; gespannen worden ; nerveus worden ; zich schrap zetten ; trotseren ; rivaliseren ; prijzig zijn ; duur zijn ; nogal wegen ; overtrokken zijn {i .h.b.} ; kleven ( op ) ; plakken ( op ) ; vastkleven ; vastlijmen ; vastplakken ; aanplakken ; opplakken ; beplakken ; aanbrengen ; aanhechten Translation hun hozzáerősít ; kitart ; marad ; megakad ; tűz ; csirizel ; odatesz ; hozzácsatol ; ráfog ; ráragaszt ; felakaszt ; kifeszít ; kinyújt ; kiterít ; kiterjed ; megfeszül ; túlfeszít ; feszül ; megfeszít ; összecsap ; pofon vág ; megszorít ; rögzít ; lerak ; lefektet ( pl . deszkapadlót ) ; bennragad ; dug ; hozzáerősít ; ragad ; ragaszt ; ragasztóval leragaszt Translation slv razpeti ; razvleči ; napeti ; napeljati ; raztegniti ; prilepiti ; zalepiti ; pripeti Translation spa pegarse ; ponerse ; pegar ( estampas ; afiches ...)
Translation eng to become one tile away from completion ; to span ; to generate ; to stick ; to paste ; to affix ; to stretch ; to spread ; to strain ; to tighten ; to put up ( tent ) ; to form (e.g. ice on a pond ) ; to fill ; to swell ; to stick out ; to put ; to slap ; to be expensive ; to keep a watch on ; to be on the lookout Translation ger kleben ; ankleben ; aufkleben ; aufspannen ; aufstellen ( Zelt , Netz ) ; aufhängen ( Vorhänge od . Tapeten ) ; spannen ( Seil ) ; aufziehen ( Segel ) ; ausbreiten ; auslegen ; verlegen ( Kacheln od . Parkett ) ; bedecken ; anspannen ; eine steife Haltung einnehmen ; eine Ohrfeige geben ; teuer sein ; gespannt sein ; sich ein Ansehen geben ; zufrieren ; beobachten ; beschatten Translation fre apposer ; coller ; placarder ; fixer ; étaler ; allonger ; tendre ; monter ( une tente ) ; se former ( par ex . de la glace sur un étang ) ; remplir ; gonfler ; enfler ; sortir ; tendre ; mettre ; gifler ; être coûteux ; être cher ; garder un oeil sur ; être à l'affût ; avoir besoin d'une seule tuile pour faire « mah-jong » ; générer Translation rus ( неперех . гл .) ; 1) вздуваться , пухнуть ; 2) ( связ .) быть высоким ценах ); быть значительным расходах и т. п.) ; 3) быть покрытым ( оклеенным , облицованным , обитым ) ( чем-л .) ; 4) ( связ ., образоваться на всей поверхности :) ; ( перех . гл .) ; 1) протягивать , натягивать ; растягивать ; 2) покрывать ( чем-л .); оклеивать ; облицовывать , обкладывать ; обивать ( чем-л .) ; 3) ставить ( ставку ) ; 4) ( связ .:) ; 1) наклеивать ; 2) ( см .) はる【張るII】2
Crossref テンパる・1 ; 聴牌

閉める
JMdict 200217
Word 閉める
Reading しめる
Translation dut sluiten ; dichtdoen ; toedoen ; winkel {m .b.t. ; zaak} voorgoed sluiten ; opdoeken ; opheffen ; stopzetten ; beëindigen Translation hun becsuk ; becsukódik ; bezár ; bezárul ; csuk ; lezár ; végződik ; záródik Translation slv zapreti ( okno , vrata ipd .) Translation spa cerrar Translation swe stänga
Translation eng to close ; to shut Translation ger schließen ; zuschließen Translation fre fermer Translation rus закрывать

立派
JMdict 200217
Word 立派
Reading りっぱ
Translation dut uitstekend ; voortreffelijk ; excellent ; prachtig ; schitterend ; magnifiek ; grandioos ; prima ; illuster ; gebouw} weids {m .b.t. ; plechtigheid} groots {m .b.t. ; fijn ; heerlijk ; uitmuntend ; geleerde} groot {m .b.t. ; briljant ; verschijning} statig {m .b.t. ; indrukwekkend ; imposant ; achtbaar ; fatsoenlijk ; voornaam ; houding} waardig {m .b.t. ; achtenswaardig ; respectabel ; prijzenswaardig ; loffelijk ; zaak} schoon {m .b.t. ; hoogstaand ; verheven ; nobel ; spel} eerlijk {m .b.t. ; behandeling} rechtvaardig {m .b.t. ; fair ; sportief ; reden} afdoend {m .b.t. ; grond} voldoende {m .b.t. ; echtgenote} wettig {m .b.t. ; rechtmatig Translation hun derült ; elegáns ; éles ; előkelő ; finom ; finomított ; jól ; kitűnő ; nyúlánk ; pontosan ; csinos ; jóképű ; tekintélyes ; klassz ; bírói ; bírósági ; jogos ; törvényes ; törvényszerű ; helyénvaló ; helyes ; szabályszerű Translation slv krasen ; fin ; eleganten ; odličen ; kot se spodobi ; spoštovanja vreden ; čudovit ; zakonski Translation spa magnífico ; espléndido
Translation eng splendid ; fine ; handsome ; elegant ; imposing ; prominent ; praiseworthy ; creditable ; worthy ; legal ; legitimate ; lawful ; undeniable (e.g. crime ) ; indisputable ; solid Translation ger herrlich ; schön ; ausgezeichnet ; exquisit ; glänzend ; majestätisch ; prächtig ; stattlich ; wunderbar ; hervorragend ; gerecht ; richtig ; unbestreitbar ; eisern ; herrlich ; schön ; ausgezeichnet ; exquisit ; glänzend ; majestätisch ; prächtig ; stattlich ; wunderbar ; hervorragend ; lobenswert ; nobel ; gerecht ; richtig ; unbestreitbar ; eisern ; sehr gut ; ausgezeichnet ; hervorragend ; exzellent Translation fre splendide ; beau ; élégant ; imposant ; proéminent ; distingué ; digne d'éloges ; honorable ; digne ; légal ; légitime ; licite ; incontestable ( par ex . pour un crime ) ; indiscutable ; solide Translation rus прекрасный ; превосходный ; великолепный ; 1): {~な} прекрасный , превосходный ; великолепный , блестящий ; 2): {~な} порядочный , приличный ; достойный ; 3) {~な} благородный ; 4): {~な} выдающийся ; 5) {~な} честный ; законный ; 6): {~な} достаточный ; честный ; законный ; благородный ; выдающийся ; достаточный ; прекрасный , превосходный ; великолепный , блестящий ; порядочный , приличный ; достойный



Records 1 - 5 of 5 retrieved in 111 ms