家出
JMdict 100319
Word 家出
Reading いえで
Translation eng running away from home ; leaving home Translation ger Durchbrennen ; Ausreißen ; Abhauen ; ( von zu Hause ) Translation fre quitter la maison ; se sauver de la maison

切り落す
JMdict 100319
Word 切り落とす ; 切り落す
Reading きりおとす
Translation eng to cut down ; to lop off ; to prune Translation ger abhauen ; abschneiden ; abschlagen ; ausschneiden

往く
JMdict 100319

薙ぎ払う
JMdict 100319
Word 薙ぎ払う
Reading なぎはらう
Translation eng to mow down Translation ger niedermähen ; abmähen ; abhauen

とんずら
JMdict 200217
Reading とんずら
Translation hun megmenekülés ; megszökés ; mentőlétra ; vészkijárati vaslépcső
Translation eng fleeing ; escape Translation ger fliehen ; Flucht ; Abhauen ; Verduften




逝く
JMdict 200217
Word 行く ; 逝く ; 往く
Reading いく ; ゆく
Translation dut gaan ; lopen ; wandelen ; zich begeven naar ; aangaan op ; naar wens lopen ; lekker lopen ; goed werken ; succesvol zijn ; sterven ; overlijden ; heengaan ; klaarkomen ; afgaan ; gaan ; zich bewegen naar ; zich begeven ; stevenen ; koersen ; koers zetten ; aangaan op ; tijgen ; varen ; treden ; trekken ; wegen} leiden {m .b.t. ; voeren ; komen ; aankomen ; arriveren ; bereiken ; bezoeken ; aandoen ; langskomen ; langsgaan ; passeren ; voorbijgaan ; vlieden ; vervlieden ; verstrijken ; verlopen ; langskomen ; langstrekken ; voorbijlopen ; wegstromen ; vlieten ; overwaaien ; verdwijnen ; heengaan ; sterven ; verscheiden ; verlaten ; vertrekken ; weggaan ; afreizen ; afvaren ; bruid {als ; schoonzoon ; adoptiekind enz .} toetreden tot haar ; zijn nieuwe familie ; genoegen vinden ; tevreden zijn ; vergenoegd zijn ; vooruitgaan ; vorderen ; voortgaan ; opschieten ; gedaan worden ; uitgevoerd worden ; toegepast worden ; vallen ; uitvallen ; uitpakken ; aflopen ; ontstaan ; opleveren ; resulteren in ; brengen ; komen ; klaarkomen ; aan zijn gerief komen {volkst .} ; een orgasme krijgen ; afgaan ; {volkst . ; m.b.t. mannen} schieten ; blijven ~ {drukt voortduring ; voortgang van een handeling of toestand uit} Translation hun meghal ; elmúlik ; elpocsékol ; eltelik ; eltölt ; szétoszlik ; belemegy vhova ; elmegy ; elvész ; menni ; szól vmiről ; való vhova Translation slv iti , hoditi ( tudi : na delo , v šolo ) ; iti Translation spa morir ; fallecer ; ir ; continuar Translation swe ; åka ; åka
Translation eng to proceed ; to take place ; to pass through ; to come and go ; to walk ; to die ; to pass away ; to do ( in a specific way ) ; to stream ; to flow ; to continue ; to have an orgasm ; to come ; to cum ; to trip ; to get high ; to have a drug-induced hallucination ; to go ; to move ( in a direction or towards a specific location ) ; to head ( towards ) ; to be transported ( towards ) ; to reach Translation ger sterben ; verscheiden ; gehen ; sich begeben ; fahren ; reisen ; fliegen ; kommen ; fortgehen ; weggehen ; weglaufen ; sich entfernen ; abfahren ; abreisen ; abhauen ; besuchen ; aufsuchen ; vorsprechen ; vorbeikommen ; zu Fuß gehen ; laufen ; zu Ende gehen ; kommen ; einen Orgasmus haben ; gehen ; sich begeben ; fahren ; reisen ; fliegen ; kommen ; fortgehen ; weggehen ; weglaufen ; sich entfernen ; abfahren ; abreisen ; abhauen ; besuchen ; aufsuchen ; vorsprechen ; vorbeikommen ; zu Fuß gehen ; laufen ; zu Ende gehen Translation fre aller ; se rendre ; se déplacer ( dans une direction ou vers un lieu spécifique ) ; se diriger ( vers ) ; être transporté ( vers ) ; atteindre ; se passer ; se dérouler ; avoir lieu ; passer ; aller et venir ; marcher ; décéder ; mourir ; faire ( d'une manière spécifique ) ; couler ; s'écouler ; continuer ; avoir un orgasme ; jouir ; éjaculer ; faire un trip ; se défoncer ; avoir une hallucination provoquée par la drogue Translation rus ( кн .) уйти , скончаться ; ( см .) ゆく【行く】 ; 1) идти , ходить ком-л .) ; 2) идти , ехать , направляться , следовать ( куда-л . (о ком-л .; тж . о поезде , пароходе и т. п.); вести ( куда-л .) ((о дороге ; ср .) ゆくさき , ゆくすえ , ゆくて , ゆくゆく ) ; 3) {по}бывать ( где-л .) ; 4) (( тж . уст .) 往く ) уходить ; уезжать (( ант .) くる【来る】 ; ( ср .) ゆくさくさ ); ( перен .) пропадать {из виду} ; 5) течь (а) о воде ; б) о времени ; о чём-л . происходящем ) ; 6) выходить {замуж}
Crossref 旨く行く ; 来る・くる・1


なぎ払う
JMdict 200217
Word 薙ぎ払う ; なぎ払う
Reading なぎはらう
Translation hun lekaszabol
Translation eng to mow down Translation ger niedermähen ; abmähen ; abhauen Translation rus скашивать начисто



逃命
HanDeDict 200217
Traditional 逃命 Simplified 逃命
Pinyin tao2 ming4
Deutsch abhauen (V)




避る
JMdict 200217
Word 去る ; 避る
Reading さる
Translation dut verlaten ; weggaan ( bij ; van ) ; vertrekken ( bij ; van ; uit ) ; ervandoor gaan ; aangaan {gew .} ; ertussenuit knijpen ; opstappen ; heengaan ( van ) ; heenlopen ; sterven {i .h.b.} ; scheiden ( van ; uit ) ; echtgenoot {m .b.t. ; echtgenote} zich laten scheiden van ; zich verwijderen van ; aflopen van ; weglopen van ; verdwijnen ; wegkomen ; zich wegscheren ; zich wegpakken {veroud .} ; opdonderen {inform .} ; ophoepelen {inform .} ; opflikkeren {inform .} ; oprukken {inform .} ; opdoeken {w .g.} ; opzooien {studentent .} ; zich uit de voeten maken {uitdr .} ; achter zich laten ; op {x uur afstand enz .} liggen ; afliggen van ; verwijderd liggen van ; wijken ; afnemen ; wegtrekken ; verdwijnen ; overgaan ; eindigen ; ophouden te bestaan ; aflopen ; ten einde lopen ; voorbijgaan ; vergaan ; seizoen {m .b.t. ; tijdruimte} verstrijken ; voorbijgaan ; vergaan ; voorbijvliegen {i .h.b.} ; verlopen ; passeren ; omgaan {fig .} ; omlopen {fig .} ; omkomen {fig .} ; verwijderen ; afhalen ; weghalen ; wegwerken ; uithalen ; wegnemen ; afdoen ; afnemen ; verbannen ; zich af maken van ; zich ontdoen van ; bannen ; uitbannen ; afzetten ( van ) ; laten varen ; baan} opgeven {m .b.t. ; stoppen met ; ambt} neerleggen {m .b.t. ; verlaten ; opzeggen ; afstand doen van ; bedanken voor ; vaarwelzeggen ; toneel} afgaan ( van ) {m .b.t. ; totaal ~ ; volledig ~ ; compleet ~ ; geheel en al ~ ; volkomen ~ {voorafgegaan door een ren'yōkei} ; jongstleden ; jl . {afk .} ; laatstleden ; ll . {afk .} ; ~ dezer ; vorige ~ ; verleden ~ ; gepasseerde ~ Translation hun átad ; elmegy ; enged ; hagy ; rábíz ; átmegy ; elhalad ; elkönyvel ; elmúlik ; eltelik ; eltűnik ; felülmúl ; halad ; megelőz ; meghal ; megy ; múlik ; passzol ; telik ; továbbad ; továbbhalad ; tölt ; történik Translation slv ločiti se ( od nekega kraja ), oditi ; miniti , iti mimo ; pustiti ; zapustiti ; prepustiti ; opustiti ; prenehati Translation spa salir ; irse ; pasar ; transcurrir ; ser distante ; echar ; alejar ; apartar ; divorciar ; ( después de de la raíz -masu , esp . un verbo suru ) completamente ; pasado ( ej . abril pasado )
Translation eng to leave ; to go away ; to pass ; to elapse ; to be distant ; to send away ; to drive off ; to divorce ; to ( do ) completely ; last ... (e.g. "last April" ) Translation ger vergangener … ; letzter … ; fortgehen ; weggehen ; ( einen Ort ) verlassen ; sich entfernen ; abhauen ; aufbrechen ; abfahren ; abfliegen ; abreisen ; vergehen ; vorübergehen ( Zeit ) ; vergehen ; verschwinden ; schwinden ; nachlassen ; abnehmen ; weggehen (z. B. eine Gefahr , Krankheit etc .) ; entfernt sein ; vollständig tun ; fernhalten ; sich vom Leib halten ; sich von seiner Frau trennen ; sich scheiden lassen ; meiden ; vermeiden ; umgehen ; absagen ; ablehnen ; Verse voneinander trennen ( bei Kettengedichten ) Translation fre partir ; quitter ; passer ; s'écouler ; être éloigné ; renvoyer ; chasser ; divorcer ; ... complètement ; ... dernier ( par ex . « avril dernier ») Translation rus 1) уходить ; оставлять , покидать ; 2) проходить , уходить ; 3) удалять , счищать ; 4) (( тж .) 距る ) отстоять ( от чего-л .) ; прошлый ( при указании прошедшей даты ) ; ( ср .) さるころ

逃命
HanDeDict 100318
Traditional 逃命 Simplified 逃命
Pinyin tao2 ming4
Deutsch abhauen (u.E.) (V)

切開
HanDeDict 100318
Traditional 切開 Simplified 切开
Pinyin qie1 kai1
Deutsch Inzision , Durchschnitt , Einschnitt , Abstechen , Abstich , Anschneiden , Aufschneidung , Schlitzen (u.E.) (S) ; operativer Einschnitt (u.E.) (S) ; Zergliederung (u.E.) (S) ; abhauen (u.E.) (V) ; durchschneiden , aufschneiden , zerlegen , zerteilen (u.E.) (V) ; einen Schnitt machen (u.E.) (V)

避る
JMdict 100319

打った切る
JMdict 200217
Word ぶった切る ; 打った切る ; 打っ手切る
Reading ぶったぎる
Translation eng to chop (a branch , etc .) Translation ger abschlagen ; abhauen

HanDeDict 100318
Traditional Simplified
Pinyin tao2
Deutsch abhauen , durchbrennen (u.E.) (V) ; entkommen , entgehen (u.E.) (V) ; flüchten , fliehen (u.E.) (V)

脫逃
HanDeDict 100318
Traditional 脫逃 Simplified 脱逃
Pinyin tuo1 tao2
Deutsch abhauen , durchbrennen (u.E.) ; entkommen , entgehen (u.E.)

HanDeDict 200217
Traditional Simplified
Pinyin tao2
Deutsch abhauen , durchbrennen (V) ; entkommen , entgehen (V) ; flüchten , fliehen (V)

脫逃
HanDeDict 200217
Traditional 脫逃 Simplified 脱逃
Pinyin tuo1 tao2
Deutsch abhauen , durchbrennen ; entkommen , entgehen

Records 1 - 26 of 26 retrieved in 521 ms