居並ぶ
JMdict 100319
Word 居並ぶ
Reading いならぶ
Translation eng to sit in a row ; to be arrayed Translation ger in einer Reihe sitzen ; anwesend sein



臨む
JMdict 100319


出席在
HanDeDict 100318
Traditional 出席在 Simplified 出席在
Pinyin chu1 xi2 zai4
Deutsch anwesend bei (u.E.)

在飛機上
HanDeDict 100318
Traditional 在飛機上 Simplified 在飞机上
Pinyin zai4 fei1 ji1 shang4
Deutsch anwesend (u.E.)

出る
JMdict 200217
Word 出る
Reading でる
Translation dut naar buiten gaan ; naar buiten komen ; zich vertonen ; uitbreken ; uitgaan ; uitkomen ; verlaten ; vandaan gaan ( bij ) ; vertrekken ; boot} afvaren {m .b.t. ; afstuderen ( aan ) {i .h.b.} ; aftrek vinden {i .h.b.} ; weggaan ; verschijnen ; opkomen ; voor de dag komen ; opduiken ; te voorschijn komen ; zich voordoen ; rijzen ; voorkomen ; de telefoon enz .} komen {aan ; zon} opgaan {m .b.t. ; rijzen ; doorkomen ; bloemknoppen enz .} uitkomen {m .b.t. ; uitlopen ; ontdekt worden {i .h.b.} ; geesten {m .b.t. ; spoken} waren ; uitsteken ; naar buiten steken ; opsteken ; uitspringen ; oprijzen ; bijwonen ; aanwezig zijn bij ; gaan naar ; deelnemen aan ; meedoen aan ; het gerecht enz .} verschijnen {voor ; in {zaken ; het bedrijfsleven ; de politiek enz .} gaan ; wegen} leiden naar {m .b.t. ; voeren naar ; uitkomen op ; tegenkomen ; bereiken ; aantreffen ; vinden ; stuiten op ; te buiten gaan ; overschrijden ; gaan over ; passeren ; ontspruiten ( aan ) ; komen uit ; voortkomen ( uit ) ; voortspringen uit ; ontstaan uit ; beginnen ; ontspringen ; ontsnappen ; opwellen {fig .} ; ontwellen {lit .t.} ; zijn oorsprong ontlenen aan ; zijn oorsprong vinden in ; teruggaan op ; afstammen van ; afkomen van ; stammen uit ; voortspruiten uit ; verschijnen ; uitkomen ; uitgegeven worden ; gepubliceerd worden ; de pers enz .} halen {i .h.b. ; krijgen ; verkrijgen ; bekomen {arch .} ; gerecht} opgediend worden {m .b.t. ; geserveerd worden ; bedrag {m .b.t. ; premie} uitgekeerd worden ; toenemen ; rijzen ; wind} opsteken {m .b.t. ; aanwakkeren ; snelheid} optrekken {m .b.t. ; zich gedragen ; een houding nemen ; thee} trekken {m .b.t. Translation hun elmegy ; enged ; hagy ; kilép ; meghal Translation slv izstopiti , iti ; priti ven ( iz zaprtega prostora ), oditi iz , odpotovati , zapustiti zaprt prostor ; imeti ( za fiziološke pojave ) ; diplomirati ; odgovoriti ( na telefon ) Translation spa aparecer ; dejar ; salir ; ( teléfono o puerta )/ ; contestar ( teléfono o puerta )
Translation eng to leave ; to exit ; to go out ; to come out ; to get out ; to leave ( on a journey ) ; to depart ; to start out ; to set out ; to move forward ; to come to ; to get to ; to lead to ; to reach ; to appear ; to come out ; to emerge ; to surface ; to come forth ; to turn up ; to be found ; to be detected ; to be discovered ; to be exposed ; to show ; to be exhibited ; to be on display ; to appear ( in print ) ; to be published ; to be announced ; to be issued ; to be listed ; to come out ; to attend ; to participate ; to take part ; to enter ( an event ) ; to play in ; to perform ; to be stated ; to be expressed ; to come up ; to be brought up ; to be raised ; to sell ; to exceed ; to go over ; to stick out ; to protrude ; to break out ; to occur ; to start ; to originate ; to be produced ; to come from ; to be derived from ; to be given ; to get ; to receive ; to be offered ; to be provided ; to be presented ; to be submitted ; to be handed in ; to be turned in ; to be paid ; to answer ( phone , door , etc .) ; to get ; to assume ( an attitude ) ; to act ; to behave ; to pick up ( speed , etc .) ; to gain ; to flow (e.g. tears ) ; to run ; to bleed ; to graduate Translation ger hinausgehen ; herauskommen ; erscheinen ; sich zeigen ; auftreten ; auftauchen ; hervorgehen ; in Erscheinung treten ; hinausgehen ; fortgehen ; spazieren gehen ; anwesend sein ; beiwohnen ; mitmachen ; besuchen ; herausfließen ; herausquellen ; hervorsprießen ; emporsprießen ; keimen ; ausbrechen ; entstehen ; teilnehmen ; veröffentlicht werden ; herausgegeben werden ; stehen ; geschrieben stehen ; sich einmengen ; sich einmischen ; einschreiten ; abgehen ; verlassen ; aufbrechen ; weggehen ; abreisen Translation fre partir ; sortir ; s'en aller ; quitter ; partir ( en voyage ) ; sortir ; s'en aller ; quitter ; démarrer ; établir ; déborder de ; dépasser de ; éclater ; survenir ; débuter ; commencer ; provenir ; être produit ; venir de ; résulter de ; dériver de ; être donné ; obtenir ; recevoir ; être offert ; être fourni ; être présenté ; être soumis ; être remis ; être rendu ; être payé ; répondre la porte , au téléphone , etc .) ; adopter ( une attitude ) ; agir ; se comporter ; prendre ( de la vitesse , etc .) ; gagner ; acquérir ; couler ( par ex . des larmes ) ; s'écouler ; saigner ; obtenir un diplôme ; avancer ; venir à ; accéder à ; conduire à ; mener à ; atteindre ; apparaître ; sortir ; émerger ; jaillir ; émaner ; s'échapper ; faire surface ; sortir ; être trouvé ; être détecté ; être découvert ; être exposé ; être montré ; être présenté ; paraître ( sur papier ) ; être publié ; être annoncé ; être émis ; être inscrit ; sortir ; assister ; participer ; prendre part ; se présenter à ( un événement ) ; jouer dans ; passer ( par ex . à la télévision ) ; être déclaré ; être exprimé ; être posé ; être relevé ; être soulevé ; vendre ; excéder ; dépasser Translation rus 1) выходить ( откуда-л ., куда-л .) ; Kは今用事で出ています К. сейчас вышел по делу ; 2) выходить , появляться чём-л .) ; 3) появляться ( где-л .), являться ( куда-л . (о ком-л .) ; 4) служить , состоять на службе (( тк .) 出ている ) ; 5) принимать участие ( гл . обр . в спорт . состязаниях ) ; 6) вступать ( во что-л .) ; 7) выступать ( кандидатом на выборах ) ; 8) оканчивать ( учебное заведение ) ; 9) быть найденным , найтись ; 10 ) быть поданным ; 11 ) выходить , получаться ; 12 ) быть помещённым печати ) ; 13 ) выходить ( из печати ) ; 14 ) продаваться ( гл . обр . о печатном издании ) ; 15 ) исходить , происходить ( откуда-л ., из чего-л .) ; 16 ) выходить , вырастать ; добываться ; 17 ) выступать , выдаваться ; 18 ) выходить за пределы ( чего-л .), превышать ; 19 ) расходоваться ; 20 ) сделать ( какой-л .) шаг , занять ( какую-л .) позицию




立会う
JMdict 200217
Word 立ち会う ; 立会う
Reading たちあう
Translation dut erbij aanwezig zijn ; bijwonen ; getuige zijn van Translation hun jelen van
Translation eng to be present ( esp . during a birth ) ; to be witness to Translation ger anwesend sein ; zugegen sein ; beiwohnen ; dabei sein ; teilnehmen ( als Zeuge , Beobachter , Berater )

臨む
JMdict 200217
Word 臨む
Reading のぞむ
Translation dut uitkijken op ; uitzien op ; uitzicht bieden op ; overzien ; uitzicht hebben op ; met de voorgevel liggen op ; gaan naar {戦場に} ; opgaan voor {試験に} ; gaan afleggen ; geconfronteerd worden met ; staan tegenover ; ondervinden ; vinden {死に} ; door に} ten aanzien van {voorafgegaan ; jegens ; tegenover ; ten opzichte van ; vis-à-vis Translation hun néz vmerre ; foglalkozik vmivel ; kereskedik vkivel ; gondoz ; hallgat ; kísér ; kiszolgál ; látogat ; megnéz ; vigyáz Translation slv stati pred ; gledati na ; soočiti se z {nečim} ; udeležiti se {nečesa} Translation spa tener a la vista ; mirar ; afrontar
Translation eng to look out on ; to overlook ; to front onto ; to face (a situation , crisis , etc .) ; to meet (e.g. death ) ; to be confronted by ; to deal with ( an issue ) ; to attend (e.g. a function ) ; to appear (e.g. in court ) ; to be present at ; to take part in Translation ger liegen nach ; blicken auf ; mit der Front stehen nach ; stehen ; entgegensehen ; entgegentreten ; sich gegenüber sehen ; anwesend sein ; kommen ; sich begeben ; beiwohnen ; teilnehmen ; begegnen Translation fre avoir vue sur ; donner sur ; faire face à ; être présent à ; assister à ; participer à ; affronter ; faire face à Translation rus 1) быть обращённым ( куда-л .), выходить ( на что-л .) ; 2) оказаться перед лицом… ; встречать ( что-л .) ; 3) присутствовать госте , начальстве и т. п.) ; 4) иметь дело , обращаться кем-чем-л .)







在飛機上
HanDeDict 200217
Traditional 在飛機上 Simplified 在飞机上
Pinyin zai4 fei1 ji1 shang4
Deutsch anwesend

出席在
HanDeDict 200217
Traditional 出席在 Simplified 出席在
Pinyin chu1 xi2 zai4
Deutsch anwesend bei

身處
HanDeDict 200217
Traditional 身處 Simplified 身处
Pinyin shen1 chu4
Deutsch anwesend sein , am Ort ( Adj ) ; selbst dabei sein ( Adj )



居並ぶ
JMdict 200217
Word 居並ぶ
Reading いならぶ
Translation eng to sit in a row ; to be arrayed Translation ger in einer Reihe sitzen ; anwesend sein Translation rus располагаться ( сидеть ) в ряд

穢す
JMdict 200217
Word 汚す ; 穢す
Reading よごす ; けがす
Translation dut bevuilen ; vuilmaken ; smerig maken ; bezoedelen ; bevlekken ; besmeuren ; besmeren ; smetten ; onteren ; te schande maken ; schande aandoen ; schande brengen over ; in ongenade doen vallen ; een slechte naam bezorgen ; de naam bezoedelen van ; zijn eer doen verliezen ; bezwalken ; bezwadderen ; zwart maken ; bekladden ; onteren ; schenden ; aanranden ; verkrachten ; misbruiken ; schofferen ; zich vergrijpen aan ; te na komen ; rossen {Sur .N.} ; de eer hebben aanwezig te zijn bij {末席を} ; te zetelen in ; zitting te hebben in ; lid te zijn van ; vuilmaken ; besmeuren ; besmeren ; bevuilen ; bekladden ; zwart maken ; bezwalken ; bezoedelen ; bezwadderen ; bevlekken ; verontreinigen ; smetten ; vervuilen ; smerig maken ; aanmaken {sla} ; toebereiden ; smeren {brood} Translation hun becsületébe gázol vkinek ; lefokoz ; megszégyenít ; megvonja kegyeit vkitől ; szégyenére van ; meggyaláz ; nem fogad el ; nem vált be ; szennyez ; beszennyez ; fertőz ; megfertőz ; bemocskol ; bepiszkít ; megtrágyáz ; színez Translation slv umazati Translation spa manchar ; ensuciar ; desgraciar ; deshonrar ; contaminar ; ensuciar ; manchar ; manchar ; ensuciar
Translation eng to pollute ; to contaminate ; to soil ; to make dirty ; to stain ; to disgrace ; to dishonour ; to dishonor ; to defile Translation ger schmutzig machen ; beschmutzen ; dreckig machen ; besudeln ; beflecken ; entehren ; schänden ; entweihen ; entheiligen ; vergewaltigen ; schänden ( eine Frau ) ; in eine hohe Position aufsteigen ( eine charakterlose oder unfähige Person ) ; anwesend sein ; Mitglied sein ; ( sehr bescheiden ) etw . durch die eigene Anwesenheit Unehre machen ; schmutzig machen ; beschmutzen ; besudeln ; verschmutzen ; verunreinigen ( im Gegensatz zum Homographen kegasu meist im konkreten Sinn benutzt ) ; Aemono machen ; einen gemischten Salat machen Translation fre polluer ; contaminer ; salir ; souiller ; tacher ; faire honte à ; déshonorer ; profaner Translation rus пачкать ; загрязнять ; пачкать , загрязнять ; обрастать ракушками и водорослями судне ) ; 1) пачкать , марать , загрязнять ; 2) осквернять ; бесчестить , позорить

身處
HanDeDict 100318
Traditional 身處 Simplified 身处
Pinyin shen1 chu4
Deutsch anwesend sein , am Ort (u.E.) ( Adj ) ; selbst dabei sein (u.E.) ( Adj )

船上
HanDeDict 100318
Traditional 船上 Simplified 船上
Pinyin chuan2 shang4
Deutsch anwesend , an Bord (u.E.) ; FOB - free on board ( incoterm ) (u.E.)

在車
HanDeDict 100318
Traditional 在車 Simplified 在车
Pinyin zai4 che1
Deutsch anwesend , an Bord (u.E.)

船上
HanDeDict 200217
Traditional 船上 Simplified 船上
Pinyin chuan2 shang4
Deutsch anwesend , an Bord ; FOB - free on board ( incoterm )

在車
HanDeDict 200217
Traditional 在車 Simplified 在车
Pinyin zai4 che1
Deutsch anwesend , an Bord


観衆
JMdict 100319

来会者
JMdict 100319
Word 来会者
Reading らいかいしゃ
Translation eng attendance ; those present Translation ger Publikum ; Anwesende ; Besucher

来場者
JMdict 100319
Word 来場者
Reading らいじょうしゃ
Translation eng those attending Translation ger Besucher ; Anwesende

観衆
JMdict 200217
Word 観衆
Reading かんしゅう
Translation dut toeschouwers ; kijkers ; kijkerspubliek ; publiek Translation slv opazovalci ; člani Translation spa espectadores ; audiencia ; público
Translation eng spectators ; onlookers ; members of the audience Translation ger Zuschauer ; Anwesende ; Besucher ; Publikum ; Dabeistehende Translation fre membres de l'audience ; observateurs ; spectateurs Translation rus зрители , публика

参列者
JMdict 100319
Word 参列者
Reading さんれつしゃ
Translation eng attendant Translation ger Teilnehmer ; Anwesender

出勤者
JMdict 100319
Word 出勤者
Reading しゅっきんしゃ
Translation eng workers on the job Translation ger Anwesender ; zum Dienst Erschienener

出席者
JMdict 100319
Word 出席者
Reading しゅっせきしゃ
Translation eng those present ; attendance Translation ger Anwesender ; Teilnehmer ; Besucher

列席者
JMdict 100319
Word 列席者
Reading れっせきしゃ
Translation eng persons present Translation ger Anwesender ; Teilnehmer ; Besucher


参列者
JMdict 200217
Word 参列者
Reading さんれつしゃ
Translation dut aanwezige ; opkomst Translation hun benzinkutas ; gondozó ; jelen levő ; részt vevő ; velejáró Translation swe passopp
Translation eng attendant ; attendee Translation ger Teilnehmer ; Anwesender Translation rus присутствующий ; участник



対話者
JMdict 200217
Word 対話者
Reading たいわしゃ
Translation swe interlokutör
Translation eng interlocutor Translation ger Gesprächspartner ; anwesender Beteiligter Translation rus собеседник ; интервьюер


来場者
JMdict 200217

列席者
JMdict 200217
Word 列席者
Reading れっせきしゃ
Translation eng persons present Translation ger Anwesender ; Teilnehmer ; Besucher Translation rus ( сущ .) присутствующий

Records 1 - 49 of 49 retrieved in 1636 ms