証明
JMdict 200217
Word 証明
Reading しょうめい
Translation dut bewijzen ; aantonen ; tonen ; demonstreren ; adstrueren ; getuigen ( van ) ; blijk geven ( van ) ; een bewijs zijn van ; het bewijs leveren ( dat ) ; getuigenis afleggen ( van ) ; tot getuigenis strekken ( van ) ; hard maken ; staven ; substantiëren ; corroboreren ; verifiëren ; waarmaken ; bewaarheiden ; van gronden voorzien ; prouveren ( voor ) {i .h.b.} ; attesteren ; ( officieel ) verklaren ; certificeren ; certifiëren ; bevestigen ; bewijs ; staving ; waarmaking ; getuigenis ; aantoning ; adstructie ; substantiëring ; corroboratie ; blijk ; proeve ; demonstratie {wisk .} ; attestatie ; certificatie ; certificering ; bevestiging Translation hun bebizonyosodás ; beigazolás ; beigazolódás ; bizonyítás ; felülvizsgálat ; igaznak bizonyulás ; igazolás ; okirati bizonyítás ; okirati igazolás ; hitelesít Translation slv dokaz ; potrdilo ; dokazati ; potrditi Translation spa demostrar ; probar ; acreditar ; evidenciar ; certificar ; prueba ; testimonio ; certificación Translation swe bevis
Translation eng proof ; verification ; certification Translation ger beweisen ; bescheinigen ; bestätigen ; bezeugen ; testieren ; attestieren ; Beweis ; Nachweis ; Zeugnis ; Bescheinigung ; Bestätigung ; Verifikation ; Testierung ; Attestierung ; Beweis ; Beweis Translation fre preuve ; vérification ; certificat ; attestation ; justification Translation rus удостоверять , подтверждать ; свидетельствовать ; 1) подтверждение , свидетельство , доказательство ; удостоверение ; удостоверять , подтверждать ; свидетельствовать {~する} ; 2) свидетельство , удостоверение , справка


揮う
JMdict 200217
Word 振るう ; 揮う ; 振う
Reading ふるう
Translation dut plegen {暴力を} ; gebruiken ; aanwenden ; laten gelden ; uitoefenen {権力を} ; hanteren ; voeren ; zwaaien {刀を} ; wuiven ; schudden ; tentoonspreiden {手腕を} ; demonstreren ; aan de dag leggen ; scheppen {勇気を} ; vatten ; verzamelen ; bij elkaar schrapen ; gedijen ; tieren ; welvaren ; bloeien ; floreren ; welvarend zijn ; voorspoedig zijn ; succes hebben ; het goed doen Translation hun fáradozik ; gyakorol ; használ ; igyekszik ; gesztikulál ; szóvirágokkal beszél ; virágkorát éli ; virágzik ; virul ; boldogul ; gyarapítja vagyonát ; jól megvan ; jól megy ; növekszik ; szép hasznot húz
Translation eng to swing ; to wield ( physically ) ; to exert ; to exercise (e.g. power , ability ) ; to exhibit ; to display ; to wield ( metaphorically ) ; to flourish ; to prosper ; to thrive Translation ger schwenken ; schwingen ; schütteln ; sich aufraffen ; sich ermutigen ; anwenden ; ausüben ; gebrauchen ; halten ( eine Rede ) ; blühen ; gedeihen ; einen Aufschwung nehmen Translation rus ( перех . гл .) ; 1) трясти ( что-л .); размахивать ( чем-л .) ; 2) проявлять , выказывать ; ( неперех . гл .) быть быть быть в в цветущем состоянии , процветать (о (о чём-л .); приподнятом состоянии духа , деятельным , развивать активность ком-л .) ; ( ср .) ふるって , ふるってる
Crossref 威を振るう ; 槍を振るう

Records 1 - 3 of 3 retrieved in 121 ms