破る
JMdict 200217
Word 破る
Reading やぶる
Translation dut scheuren ; stuktrekken ; stukscheuren ; doorscheuren ; verscheuren ; rijten ; breken ; stukmaken ; vernielen ; afbreken ; deur} inbeuken {een ; forceren ; openbreken ; inslaan ; ruit} intikken {een ; stukslaan ; verbrijzelen ; muur} doorslaan {een ; uitbreken ; orde} verstoren {openbare ; droom} aan scherven slaan {iemands ; harmonie} verbreken {de ; stilte} doorbreken {de ; record} verbeteren {een ; breken ; plannen} doorkruisen {iemands ; dwarsbomen ; verijdelen ; frustreren ; belofte} schenden {zijn ; inbreken in {een gebouw} ; bank} kraken {een ; traditie} loslaten {een ; overtreden {spelregels} ; inbreuk maken op {iemands rechten} ; met voeten treden ; zondigen tegen {een gebod} ; ontsnappen uit {de gevangenis} ; heenbreken door {een barrière} ; uitbreken uit ; vijand} verslaan {de ; overwinnen ; tegenstander} kloppen {de ; verwonden ; wonden ; een wond toebrengen aan ; kwetsen ; blesseren ; bezeren ; huid} openhalen {de ; krenken ; grieven ; deren ; aantasten ; ontstemmen Translation hun elszakít ; elszakít ; feldúl ; hasad ; erőszakot követ el ; megbecstelenít ; megront ; megszentségtelenít ; meggyaláz ; meghiúsít ; összetör ; összetörik ; összeütközik ; összezúz ; összezúzódik ; szétzúz ; lerombol Translation slv razbiti , raztrgati ( papir , blago ipd .); ( pre ) kršiti ( zakon ipd .) Translation spa desgarrar ; violar ; vencer ; aplastar ; destruir ; romper (e.g. contraseña )
Translation eng to tear ; to rip ; to break ; to destroy ; to break through ( cordon , opponent's defense , etc .) ; to breach ; to defeat ; to beat ; to break (e.g. silence ) ; to disturb (e.g. peace ) ; to shatter (e.g. dream ) ; to disrupt ; to spoil ; to violate (e.g. rule ) ; to break (e.g. promise ) ; to infringe ; to break (a record ) Translation ger zerreißen ; zerbrechen ; kaputt machen ; übertreten ; verletzen ; verstoßen ( Gesetz ) ; brechen ( einen Vertrag ) ; besiegen ; schlagen Translation fre déchirer ; casser ; détruire ; faire une brèche ( dans les défenses d'un ennemi ) ; percer ; vaincre ; battre ; briser ( un rêve ) ; rompre ( la paix ) ; déranger ; transgresser ( une règle ) ; rompre ( une promesse ) ; battre ( un record ) Translation rus 1) разбивать , ломать ; рвать ; разрушать ; 2) прорывать ( напр . фронт ); прорываться ( напр . через заграждение ); вламываться ( напр . в ворота ) ; 3) нарушать ( правила , закон , обещание ; тишину , покой ) ; 4) (( тж .) 敗る ) разбивать , бить ( неприятеля ) ; 5) расстраивать , срывать ( чьи-л . планы ); проваливать ( чьё-л . предложение , начинание )

破れる
JMdict 200217
Word 破れる
Reading やぶれる
Translation dut scheuren ; openrijten ; rijten ; aan flarden gaan ; rafelen ; doorscheuren ; breken {bv . glas} ; barsten ; springen {bv . ballon} ; verslijten {bv . schoenen} ; slijten ; begeven ; ineenstorten {bv . land} ; instorten ; uiteenvallen ; in elkaar storten ; kapotgaan ; stukgaan ; collaberen ; onderhandelingen} afspringen {m .b.t. ; afketsen ; aan scherven liggen {bv . droom} ; verstoord worden {bv . evenwicht} ; teloorgaan ; verloren gaan ; bedrogen uitkomen ; mislukken {in de liefde} ; teleurgesteld worden ; zijn verwachtingen} beschaamd worden {in ; gedwarsboomd worden ; gefrustreerd worden ; wedstrijd} verliezen {een ; het onderspit delven ; bezwijken ; gewond zijn ; verwond zijn ; geblesseerd zijn ; gekrenkt zijn ; gekwetst zijn ; gegriefd zijn ; ontredderd zijn Translation hun elhasználódik ; eltölt ; elszakad Translation slv raztrgati se ( papir ipd .) Translation spa rasgarse ; desgarrarse ; romperse ; perder
Translation eng to get torn ; to tear ; to rip ; to break ; to wear out ; to be broken off ( of negotiations , etc .) ; to break down ; to collapse ; to fall into ruin Translation ger zerreißen ; zerbrechen ; misslingen ; missglücken Translation fre se déchirer ; se briser ; se casser ; se rompre ; s'user ; être rompu ( pour des négociations , etc .) ; s'effondrer ; tomber en ruine Translation rus 1) ломаться ; разбиваться ; рваться ; разрушаться ; снашиваться ; 2) прорываться ( напр . о нарыве ), прерываться ( напр . о переговорах , отношениях ) ; 3) (( тж .) 敗れる ) быть разбитым ( побеждённым ) ; 4) терпеть неудачу , проваливаться


Records 1 - 3 of 3 retrieved in 46 ms