締める
JMdict 200217
Word 締める
Reading しめる
Translation dut 3-5 ); 絞める ( bet . 1-2 ; 6); 〆める ( bet . 3 ; 6); 緊める ( bet . 4) {しめる} ; aanhalen {帯を} ; omdoen ; omgorden ; strak trekken ; verstrakken ; gespannen maken ; aanspannen ; opspannen ; spannen ; aanzetten ; aansnoeren ; vastsnoeren ; vastdraaien {栓を} ; aandraaien ; dichtdraaien ; aanschroeven {ねじで} ; wurgen ; kelen ; doen stikken ; verwurgen ; smoren ; verstikken ; de strot dichtknijpen ; de keel toeknijpen ; stranguleren {w .g.} ; pluimvee} de nek omdraaien {m .b.t. ; slachten {euf .} ; worgen {arch .} ; afronden ; sluiten ; afsluiten {勘定を} ; ( alles ) bij elkaar optellen {i .h.b.} ; rekenen ; nemen ; sommeren {i .h.b.} ; streng zijn voor ; tegen ; goed in bedwang hebben ; kort houden ; de teugels aanhalen {uitdr .} ; de schroeven wat aandraaien {uitdr .} ; bezuinigen ( op ) ; besparen ( op ) ; besnoeien ( op ) ; zuinig ; spaarzaam zijn ( met ) ; matigen ; economiseren ; uitgaven} inperken {m .b.t. ; beperken ; inkrimpen ; bekrimpen ; terugbrengen ; de buikriem {uitdr .} ; broekriem aanhalen ; versoberen ; overheid {m .b.t. ; fig . ; euf .} ombuigen ; met zout of azijn behandelen ( zodat het ( vis ) vlees stevig wordt ) {cul .} ; pekelen {i .h.b.} ; marineren {i .h.b.} ; zouten {塩で} ; met azijn behandelen {酢で} Translation hun köt ; leköt ; megköt ; odaköt ; összefűz ; összekötöz ; rögzít ; begombol ; bekapcsol ; csukódik ; meghúz ; megszorít ( csavart ) Translation slv zatisniti ; zavezati Translation spa atar ; sujetar Translation swe knyta ; fästa
Translation eng to total ; to sum ; to tie ; to fasten ; to tighten ; to wear ( necktie , belt ) ; to put on ; to be strict with ; to economize ; to economise ; to cut down on ; to salt ; to marinate ; to pickle ; to make sushi adding a mixture of vinegar and salt Translation ger zubinden ; umbinden ; festschnüren ; zusammenschnüren ; anziehen (z.B. Schraube od Wasserhahn ) ; strenger werden ; fester anfassen ; zusammenrechnen Translation fre attacher ; lier ; fixer ; serrer ; porter ( une cravate , une ceinture ) ; mettre ; enfiler ; totaliser ; additionner ; être ferme avec ; économiser ; réduire ; saler ; mariner ; mettre en saumure ; faire des sushis avec un mélange de vinaigre et de sel Translation rus 1) затягивать , завязывать ; 2) (( тж .) 絞める ) давить , сжимать ; 3) (( тж .) 閉める ) запирать , закрывать ; 4) (( тж .) 〆る ) подводить итог ; подсчитывать ; ( ср .) しめて ; 5) строго надзирать ( за кем-л .) ; 6) укорять , порицать ( кого-л .) ; 7) ударить по рукам ( по случаю соглашения , окончания работы и т. п.)
Crossref 〆る・しめる ; 緊める・しめる

Records 1 - 3 of 3 retrieved in 70 ms