曳く
JMdict 200217
Word 引く ; 曳く ; 牽く
Reading ひく
Translation dut trekken ( aan ) ; halen ; hendel {een ; de trekker enz .} overhalen ; zich} toetrekken {naar ; aanhalen ; boog} spannen {een ; opspannen ; aandacht} trekken {de ; aantrekken {klanten} ; winnen {sympathie} ; wekken {belangstelling} ; vaartuig} jagen {een ; slepen ; schip} treilen {een ; trekdier} geleiden {een ; leiden ; citeren ; aanhalen ; stammen uit ; afstammen van ; afkomen van {系統を} ; spruiten uit ; aarden naar {i .h.b.} ; zagen {hout} ; een pottenbakkersschijf} draaien {op ; malen ; vermalen ; fijnmalen ; lijn {een ; een draad} trekken ; lijnen ; spinnen ; rechte} beschrijven {een ; aanhouden ; rekken ; dichttrekken {gordijnen} ; dichtdoen ; aanbrengen ; besmeren ; bedekken ; bestrijken ; aanleggen {elektriciteit} ; installeren ; aansluiten ; ( door buizen enz .)} aanvoeren {water ; aanleiden {veroud .} ; getal} aftrekken {een ; bedrag} afhouden {een ; in mindering brengen ; afnemen ; in prijs} verlagen {iets ; afdoen ; verminderen ; reduceren ; terugbrengen ; korting geven {i .h.b.} ; troepen} terugtrekken {de ; intrekken ; ophalen {visnetten} ; handen ( van iets )} aftrekken {de ; overrijden ; omrijden ; omverrijden ; aanrijden ; achteruitgaan ; teruggaan ; terugtrekken ; afgaan ( van ) ; terugwijken ; zich retireren ; zich terugtrekken ; verlaten ; resigneren {veroud .} ; afnemen ; zakken ; dalen ; wijken ; wegtrekken ; teruglopen Translation hun elemel ; húz ; kihúz ; kiránt ; lefog ; lehúz ; letartóztat ; meghúz ; rángat ; ránt ; szerez ; visszatart ; von ; vontat ; visszahúz ; visszahúzódik ; beszív ; felvesz ; fog ; húzódik ; nyer ; vonz ; megért ; megkap ; rászed ; előad ; kihív ; kijátszik ; felkeres ; értekezik ; felvilágosítást kér ; irányítást kér ; szakvéleményt kér ; tanácsot kér ; utána néz ; elemel ; húz ; kihúz ; kiránt ; lefog ; lehúz ; letartóztat ; meghúz ; rángat ; ránt ; szerez ; visszatart ; von ; vontat ; visszahúz ; visszahúzódik ; beszív ; fog ; húzódik ; nyer ; vonz ; megkap ; rászed ; előad ; kihív ; kijátszik ; felkeres ; értekezik ; felvilágosítást kér ; irányítást kér ; szakvéleményt kér ; tanácsot kér ; utána néz ; vonz Translation slv vleči ; povleči ; odšteti ; odtrgati ( od plače ) ; spustiti se Translation spa tensar ; estirar ; apretar el gatillo ; tirar de ; atraer ( atención , interés , etc ) ; echarse para atrás ; robar ( una carta ) ; dibujar ( plan ; línea ; etc ) ; resfriarse ; tocar ( instr . de cuerda ) ; buscar ( ej . diccionario ) ; consultar ; arrastrar ( vehículos ) ; restar ( números ) ; menguar ; desvanecerse ; descender ( de ) ; heredar ( una característica ) ; citar ; levantar ( como evidencia )( 13 ) poner ( un cable ) ; tirar ( un cable ) Translation swe dra
Translation eng to pull ; to tug ; to lead (e.g. a horse ) ; to draw ( attention , sympathy , etc .) ; to attract (e.g. interest ) ; to draw back (e.g. one's hand ) ; to draw in ( one's chin , stomach , etc .) ; to pull in ; to draw (a card , mahjong tile , etc .) ; to draw (a line , plan , etc .) ; to catch (a cold ) ; to look up ( in a dictionary , phone book , etc .) ; to consult ; to check ; to haul ; to pull ( vehicles ) ; to subtract ; to deduct ; to recede ; to ebb ; to fade ; to be descend from ; to inherit (a characteristic ) ; to quote ; to cite ; to raise ( as evidence ) ; to lay on ( electricity , gas , etc .) ; to install (e.g. a telephone ) ; to supply (e.g. water ) ; to hold (e.g. a note ) ; to apply (e.g. lipstick ) ; to oil (e.g. a pan ) ; to wax (e.g. a floor ) ; to move back ; to draw back ; to recede ; to lessen ; to subside ; to ebb ; to play (a stringed or keyboard instrument ) ; to resign ; to retire ; to quit Translation ger ziehen ; führen ; abziehen ; nachschlagen ; sich etw . zuziehen ( eine Erkältung etc .) ; zitieren ; installieren ; spannen ( ein Seil ) ; einfetten ; einölen ; bewässern ; zurückziehen ; abziehen ( Truppen ) ; abziehen ; subtrahieren ; minus Translation fre tirer ; trainer ; attirer ( l'attention , etc .) ; susciter ( l'intérêt , etc .) ; décliner ; s'effacer ; s'estomper ; descendre ( de ) ; hériter ( d'une caractéristique ) ; citer ; soulever ( une preuve ) ; poser ( un câble ) ; tirer ( un câble ) ; soustraire ; tirer ( une carte ) ; tirer ( une ligne , etc .) ; tracer ( un plan , etc .) ; dessiner ( une parallèle , etc .) ; attraper ( froid ) ; jouer ( d'un instrument à cordes ) ; chercher ( par ex . dans un dictionnaire ) ; consulter ; tirer ; remorquer ; soustraire Translation rus 1) (( тж .) 曳く ) тянуть ; тащить ; волочить ; дёргать ; 2) (( тж .) 惹く ) притягивать ; привлекать ; 3) вести ; 4) проводить ; 5) ( связ .) цитировать ; 6) ( связ .) отводить ; 7) ( связ .:) ; 8) вычитать ; уступать цене ) ; 9) стянуть , стащить ( украсть ) ; ( ср .) ひいて , ひく【退く】 , ひくて
Crossref 退く・ひく・1 ; 弾く・ひく ; 風邪を引く ; 図面を引く ; 惹く・ひく ; 注意を引く ; 辞書を引く ; 退く・ひく・3 ; 退く・ひく・2

空ける
JMdict 200217
Word 開ける ; 空ける ; 明ける
Reading あける
Translation dut {門 ; ; ; ; 目を} openen ; opendoen ; van het slot doen {鍵を} ; ontsluiten ; openmaken {封を} ; lichten {蓋を} ; {店 ; 小屋を} openen ; het wordt dag {夜が} ; het begint te dagen ; lichten ; de morgen daagt ; breekt aan ; het wordt nieuwjaar {年が} ; een nieuw jaar begint ; verstrijken {期間が} ; verlopen ; aflopen ; ten einde lopen {梅雨が} ; erop zitten ; gedaan zijn ; over zijn ; voorbij zijn ; uit de rouw gaan {喪が} ; de rouw afleggen ; volleerd zijn {年季が} ; openlijk vertellen ; er rond voor uitkomen ; doen vooruitgaan {埒を} ; terugkeren van een klant {芸妓が} ; maken {穴を} ; boren ; vrijmaken {道を} ; ruimen {席を} ; ontruimen {部屋を} ; wegtrekken ; verhuizen ; openlaten {一行を} ; vrijlaten {間を} ; blank laten ; leeg laten ; uitruimen ; leeghalen ; {鍋 ; ; 盃を} legen ; ledigen ; leegmaken ; uitlegen ; maken {時間を} ; vrijmaken ; vrijhouden {部屋を} ; openhouden ; reserveren ; beschikbaar houden ; niet thuis zijn {家を} ; van huis weg zijn ; niet aanwezig zijn ; uithuizig zijn {veroud .} Translation hun kinyit ; nyit ; hajnalodik ; kezd kivilágosodni ; pirkad ; pitymallik ; virrad ; elnéptelenedik ; kiürül ; megüresedik ; ömlik ; torkollik Translation slv odpreti ; daniti se Translation spa abrir ; amanecer ; hacerse de día ; abrir espacio para ; vaciar Translation swe öppna
Translation eng to open (a door , etc .) ; to unwrap (e.g. parcel , package ) ; to unlock ; to open ( for business , etc .) ; to empty ; to remove ; to make space ; to make room ; to move out ; to clear out ; to be away from (e.g. one's house ) ; to leave ( temporarily ) ; to dawn ; to grow light ; to end ( of a period , season ) ; to begin ( of the New Year ) ; to leave ( one's schedule ) open ; to make time ( for ) ; to make (a hole ) ; to open up (a hole ) Translation ger öffnen ; aufschließen ; ausweiten ; ausbreiten ; ein Gewerbe beginnen ; eine Veranstaltung eröffnen ; aufbrauchen ; frei machen ; frei halten ; ein Loch machen ; lochen ; ein Loch bohren ; ein Loch ausweiten ; leeren ; leer machen ; ausleeren ; sich Zeit frei halten ; Zeit frei machen ; hell werden ; Tag werden ; Morgen werden ; beginnen ; anbrechen ( ein neues Jahr , ein Tag ) ; zu Ende gehen ( Regenzeit , Trauerzeit ) ; leeren ; leer machen ; frei machen ; frei halten Translation fre ouvrir ( une porte , etc .) ; déballer ( par ex . un paquet , un cadeau ) ; déverrouiller ; ouvrir ( pour un commerce , etc .) ; vider ; enlever ; supprimer ; faire de la place ; libérer de l'espace ; vider ; dégager ; éliminer ; s'absenter ( par ex . de sa maison ) ; quitter ( temporairement ) ; devenir clair ; se lever ( aube ) ; finir ( d'une période ou d'une saison ) ; commencer ( de la nouvelle année ) ; laisser ( son emploi du temps ) ouvert ; trouver du temps ( pour ) ; faire ( un trou ) ; agrandir ( un trou ) Translation rus открывать ; 1) открывать ; 2) освобождать ( оставляя пустым ) ; 3) (( тж .) 空ける ) выливать , высыпать (и т. п. ( опорожняя что-л .) ; ( ср .) あな【穴】 ( を明ける ) ; 1) {рас}светать ; кончиться ночи ); начинаться новом годе ) ; 2) кончаться сроке )

避る
JMdict 200217
Word 去る ; 避る
Reading さる
Translation dut verlaten ; weggaan ( bij ; van ) ; vertrekken ( bij ; van ; uit ) ; ervandoor gaan ; aangaan {gew .} ; ertussenuit knijpen ; opstappen ; heengaan ( van ) ; heenlopen ; sterven {i .h.b.} ; scheiden ( van ; uit ) ; echtgenoot {m .b.t. ; echtgenote} zich laten scheiden van ; zich verwijderen van ; aflopen van ; weglopen van ; verdwijnen ; wegkomen ; zich wegscheren ; zich wegpakken {veroud .} ; opdonderen {inform .} ; ophoepelen {inform .} ; opflikkeren {inform .} ; oprukken {inform .} ; opdoeken {w .g.} ; opzooien {studentent .} ; zich uit de voeten maken {uitdr .} ; achter zich laten ; op {x uur afstand enz .} liggen ; afliggen van ; verwijderd liggen van ; wijken ; afnemen ; wegtrekken ; verdwijnen ; overgaan ; eindigen ; ophouden te bestaan ; aflopen ; ten einde lopen ; voorbijgaan ; vergaan ; seizoen {m .b.t. ; tijdruimte} verstrijken ; voorbijgaan ; vergaan ; voorbijvliegen {i .h.b.} ; verlopen ; passeren ; omgaan {fig .} ; omlopen {fig .} ; omkomen {fig .} ; verwijderen ; afhalen ; weghalen ; wegwerken ; uithalen ; wegnemen ; afdoen ; afnemen ; verbannen ; zich af maken van ; zich ontdoen van ; bannen ; uitbannen ; afzetten ( van ) ; laten varen ; baan} opgeven {m .b.t. ; stoppen met ; ambt} neerleggen {m .b.t. ; verlaten ; opzeggen ; afstand doen van ; bedanken voor ; vaarwelzeggen ; toneel} afgaan ( van ) {m .b.t. ; totaal ~ ; volledig ~ ; compleet ~ ; geheel en al ~ ; volkomen ~ {voorafgegaan door een ren'yōkei} ; jongstleden ; jl . {afk .} ; laatstleden ; ll . {afk .} ; ~ dezer ; vorige ~ ; verleden ~ ; gepasseerde ~ Translation hun átad ; elmegy ; enged ; hagy ; rábíz ; átmegy ; elhalad ; elkönyvel ; elmúlik ; eltelik ; eltűnik ; felülmúl ; halad ; megelőz ; meghal ; megy ; múlik ; passzol ; telik ; továbbad ; továbbhalad ; tölt ; történik Translation slv ločiti se ( od nekega kraja ), oditi ; miniti , iti mimo ; pustiti ; zapustiti ; prepustiti ; opustiti ; prenehati Translation spa salir ; irse ; pasar ; transcurrir ; ser distante ; echar ; alejar ; apartar ; divorciar ; ( después de de la raíz -masu , esp . un verbo suru ) completamente ; pasado ( ej . abril pasado )
Translation eng to leave ; to go away ; to pass ; to elapse ; to be distant ; to send away ; to drive off ; to divorce ; to ( do ) completely ; last ... (e.g. "last April" ) Translation ger vergangener … ; letzter … ; fortgehen ; weggehen ; ( einen Ort ) verlassen ; sich entfernen ; abhauen ; aufbrechen ; abfahren ; abfliegen ; abreisen ; vergehen ; vorübergehen ( Zeit ) ; vergehen ; verschwinden ; schwinden ; nachlassen ; abnehmen ; weggehen (z. B. eine Gefahr , Krankheit etc .) ; entfernt sein ; vollständig tun ; fernhalten ; sich vom Leib halten ; sich von seiner Frau trennen ; sich scheiden lassen ; meiden ; vermeiden ; umgehen ; absagen ; ablehnen ; Verse voneinander trennen ( bei Kettengedichten ) Translation fre partir ; quitter ; passer ; s'écouler ; être éloigné ; renvoyer ; chasser ; divorcer ; ... complètement ; ... dernier ( par ex . « avril dernier ») Translation rus 1) уходить ; оставлять , покидать ; 2) проходить , уходить ; 3) удалять , счищать ; 4) (( тж .) 距る ) отстоять ( от чего-л .) ; прошлый ( при указании прошедшей даты ) ; ( ср .) さるころ


霽れる
JMdict 200217
Word 晴れる ; 霽れる
Reading はれる
Translation dut opklaren ; ophelderen ; ophalen ; mist} optrekken {van ; wegtrekken ; ophouden {met regenen enz .} ; {gew . ; m.b.t. weer} opschonen ; verdwijnen ; gevoelens e.d.} wijken {van ; oplossen ; ophouden ; opgeruimder worden ; bijtrekken ; opmonteren ; opkikkeren ; beter gehumeurd worden ; {verdenking ; zonden e.d.} kwijtraken ; gezuiverd worden van ; vrijgepleit worden Translation hun eltakarít ; feltisztul ; kitakarít ; kitisztul Translation slv zjasniti se ; biti jasno ( vreme ) Translation spa estar soleado ; despejarse ; parar de llover
Translation eng to be cleared (e.g. of a suspicion ) ; to be dispelled ; to be banished ; to clear up ; to clear away ; to be sunny ; to stop raining ; to refresh (e.g. spirits ) Translation ger aufklaren ; sich aufklären ; aufheitern ; klar werden ; sich zerstreuen (z.B. Bedenken , ein Verdacht , Zweifel ) ; heiter werden ; sich wieder erheitert fühlen ; in guter Stimmung sein Translation fre s'éclaircir ; se dissiper ; se dégager ; s'éclairer ; être ensoleillé ; arrêter de pleuvoir ; ressourcer ( par ex . son esprit ) ; être lavé ( par ex . de tout soupçon ) ; être chassé ; être banni Translation rus проясняться небе ) ; рассеиваться ; 1) проясняться ; переставать дожде ); рассеиваться тумане ) ; 2) рассеиваться , исчезать сомнениях , тоске и т. п.) ; ( ср .) はれた , はれて
Crossref 疑いが晴れる



退く
JMdict 200217
Word 退く
Reading どく ; のく
Translation dut opzijgaan ; opzij stappen ; aan de kant gaan ; uit de weg gaan ; uitwijken ; wijken ; plaatsmaken ; wegtrekken ; ontruimen ; zich terugtrekken ; verlaten ; zich afscheiden ; uittreden ; op een afstand blijven ; afstand bewaren ; zich afzijdig houden ; terugtrekken ; de aftocht blazen ; terugtreden ; aftreden ; opgeven {職を} ; neerleggen ; afstand doen van ; vervreemden ; contact kwijtraken ; loslaten ; loskomen van ; afvallen ; aan de kant gaan ( staan ) ; opzijgaan ; opzij gaan staan ; wijken ; uit de weg gaan ; plaats maken ( voor ) ; plaats inruimen ( voor ) ; ruimte maken ( voor ) ; vrij baan maken Translation hun hátrál ; visszavonul ; csökken ; visszahúzódik ; forgalomból kivon ; visszahúz Translation slv umakniti se nekomu ; stopiti na stran Translation spa recular ; hacerse a un lado ; retirarse ; recular ; retroceder ; ceder
Translation eng to step aside ; to move (i.e. out of the way ) ; to make way ; to resign ; to retire ; to quit ; to secede Translation ger Platz machen ; aus dem Weg gehen ; zur Seite rücken ; zur Seite gehen ; beiseite gehen ; aus dem Weg gehen ; Platz machen Translation fre faire place ; reculer ; s'écarter du chemin ; se retirer ; démissionner ; prendre sa retraite Translation rus ( разг .) отойти с дороги сторону ) ; в сторону? ; 1) отходить сторону} , уступать дорогу ; 2) уходить , ретироваться ; расходиться зрителях )

引上げる
JMdict 200217
Word 引き上げる ; 引上げる ; 引き揚げる ; 引きあげる ; 引揚げる ; ひき上げる
Reading ひきあげる
Translation dut terugtrekken ; naar elders overbrengen ; weghalen ; terugroepen ; repatriëren {i .h.b.} ; investeringen enz .} terugnemen {m .b.t. ; zich terugtrekken ; een gebied ontruimen ; verlaten ; wegtrekken ; repatriëren {i .h.b.} ; omhoog halen ; omhoogbrengen ; optrekken ; ophalen ; ophijsen ; boven brengen ; lichten ; aan de oppervlakte brengen ; bergen {i .h.b.} ; verhogen {値段を} ; doen stijgen ; optrekken ; bevorderen ; in rang verhogen ; promoveren Translation hun bevon ; felvesz ; kiold ; kivesz ; visszahúz ; visszahúzódik ; visszavonul ; elevez ; elvonul ; kihúz ; kinyújt ; kiránt ; kivon ; bevon ; felvesz ; kiold ; kivesz ; visszahúz ; visszahúzódik ; visszavonul ; elevez ; elvonul ; kinyújt ; kiránt ; kivon Translation spa incrementar ; elevar ; retirar ; dejar ; sacar ; retirarse ; regresar a casa ; incrementar ; elevar ; subir ; sacar ; dejar ; retirar ; regresar a casa ; incrementar ; elevar ; dejar ; sacar ; retirar ; regresar a casa
Translation eng to pull up ; to drag up ; to lift up ; to increase ; to raise (e.g. taxes ) ; to withdraw ; to leave ; to pull out ; to retire ; to promote ( someone to a higher position ) ; to return home ; to expedite the schedule Translation ger erhöhen ; heraufsetzen ( Preis ) ; aufwerten ( Währung ) ; bergen ( ein Schiff ) ; hochheben ; hochziehen ; aufziehen ; einholen ( ein Netz ) ; zurückziehen Translation fre évacuer ; augmenter ; quitter ; repêcher ; se replier ; se retirer Translation rus 1) вытаскивать ; подтягивать вверх ; поднимать ( затонувшее судно ); вздёргивать ; 2) отводить ( войска ), оставлять ( пункт ); производить эвакуацию ; репатриировать ; отзывать ( посла ) ; 3) повышать (а) цены , зарплату ; б) кого-л . по службе )





Records 1 - 14 of 14 retrieved in 835 ms