引 離

引き離す 引きはなす 引離す

ひきはなす

uit elkaar trekken (van elkaar) scheiden (van elkaar) wegnemen achter zich laten een voorsprong nemen op op afstand zetten vooruitlopen op wegrijden van demarreren uit ontsnappen {sportt.} weglopen {sportt.} vóór gaan rijden lopen

különválik szeparál szeparálódik

potegniti narazen ločiti

separar desgarrar rasgar separar

to pull apart to separate to have a lead over to pull ahead of to outdistance

wegziehen wegreißen sich absetzen einen Vorsprung gewinnen

écarter l'un de l'autre séparer

1) растаскивать, разнимать; разъединять; разлучать 2) (спорт.) быть впереди