さ

さあ・1

-heid {…～} -te -schap -graad -gehalte {= suffix dat een abstract naamwoord vorm uit een keiyō(dō)shi} bij het … {…～} onder het … tijdens het … dat zelfverzekerdheid {partikel overreding uitdrukt} dat een gevoel van nonchalance of onverschilligheid uitdrukt} {partikel dat in combinatie met een een vraagwoord vraag {partikel weerlegging of verwijt formuleert} {…と～ …って～} {partikel dat andermans woorden aanhaalt of toelicht} dat ingevoegd wordt ter verbetering van de de welluidendheid of om aandacht te trekken} {partikel van richting} {…～} {partikel

-dad (sufijo nominalizador que indica grado o condición) final de la oración, principalmente hombres) indica acierto venahora movimiento rápido y decidido

come come now -ness indicates assertion

Wort zur Aufforderung oder zum Antreiben

(утверд. частица)

nominalizing suffix indicating degree or condition sentence end, mainly masc.