諛

諂う 諛う

へつらう

slijmen vleien ophemelen bewieroken naar de mond praten pluimstrijken stroopsmeren strooplikken gatlikken likken aduleren kruiperig zijn doen kruipen in de gunst proberen te komen bij een wit voetje proberen te halen bij zoete broodjes bakken bij aap wat heb je mooie jongen spelen

áltat kecsegtet

adular elogiar halagar dar coba

to flatter to be smarmy to be unctuous to be obsequious

schmeicheln Honig ums Maul schmieren lobhudeln schöntun süße Worte machen

льстить (кому-л.); заискивать, угодничать (перед кем-л.), подлизываться (к кому-л.)