節 約

節約

せつやく

besparen bezuinigen economiseren uitsparen sparen (op) zuinig zijn omspringen omgaan (met) het zuinig aanleggen zuinigheid betrachten spaarzaam zijn (met) beknibbelen bekrimpen versoberen besnoeien reduceren beperken bekorten besparing bezuiniging uitsparing economisering zuinigheid beknibbeling versobering bekrimping besnoeiing reductie beperking bekorting

megtakarítás

ekonomija prihranek varčevanje varčevati štediti

ahorrar economizar

economising saving

sparsam sein sparen Sparsamkeit Wirtschaftlichkeit

économie épargne

сокращать, урезывать экономить; бережно расходовать 1) экономия экономить; бережно расходовать {～する} 2) сокращение, урезывание сокращать, урезывать {～する}