閉 店

閉店

へいてん

een winkel zaak sluiten de tent voorgoed sluiten z'n zaak opheffen een winkel opdoeken z'n winkel wegdoen de deuren {fig.} poorten sluiten ermee ophouden winkel gesloten! opheffing van een winkel liquidatie van een zaak sluiting van een zaak stopzetting van een zaak {Belg.N.}

zapiranje (trgovine restavracije delovnega dne) zaprtje trgovine čas zapiranja trgovine

cierre de los comercios liquidación o cese del comercio

closing up shop (for the day) stopping business going out of business

ein Geschäft schließen Geschäftsschluss Ladenschluss Geschlossenhalten eines Ladens Geschäftsaufgabe

fermeture d'un magasin

1) закрывать магазин (в конце дня); закрываться, быть закрытым (о магазине) 2) прекращать дело, закрывать магазин (совсем); быть закрытым (о магазине) : ～する 1) закрывать магазин (в конце дня); закрываться, быть закрытым (о магазине) 2) прекращать дело, закрывать магазин (совсем); быть закрытым (о магазине)