いびる

plagen treiteren pesten sarren jennen koeioneren op de kast jagen op z'n huid zitten intimideren overdonderen afbekken stoven

kiszúr pikkel vkire utazik vkire kötekedik

to pick on to tease

ärgern mobben misshandeln belästigen quälen drangsalieren martern übel mitspielen schinden plagen

(прост.) мучить (кого-л.); издеваться (над кем-л.)