距

隔てる 距てる

へだてる

afscheiden scheiden verwijderen afzonderen af doen liggen van belemmering enz.} in de weg leggen {een afstand enz.} ertussen leggen {een tussenplaatsen zeker tijdsinterval} inlassen {een laten verstrijken vervreemden aliëneren

elkülönít elválaszt elválik leválaszt szétválaszt

biti ukinjen

transcurrir separarse estar separado por

to separate (by distance, time, etc.) to isolate to partition to divide to interpose to have between to alienate to estrange

fernhalten abschirmen abtrennen auseinanderhalten abteilen zwischen etw. liegen trennen unterscheiden entfremden abtrünnig machen abbringen trennen

séparer (par la distance, le temps, etc.) isoler partitionner diviser partager interposer intercaler aliéner écarter éloigner

1) разделять, отделять; отгораживать; загораживать 2) отдалять (от кого-л.); становиться между (кем-л.) 3) (см.) へだたる