全 体

全体

ぜんたい

geheel totaliteit totaal heel {attr.} al(le) {attr.} in de eerste plaats om te beginnen eerst en vooral wat ~ toch wat ~ in 's hemelsnaam wat ~ in vredesnaam wat ~ in godsnaam in het geheel alles samen alles bij elkaar (genomen) in totaal in toto {gevolgd door de で} in het algemeen over het geheel generaliter globaal genomen {gevolgd door ni に}

az egész egésze vminek teljesség akármilyen akármilyent akármit ami csak amit csak bármilyen bármilyent bármit is bármit

vse celota

enteramente íntegramente entero (todo completo)

whole entirety whatever (is the matter)

Gesamtheit Ganzes Totalität

ensemble intégralité n'importe quel quoi que ce soit

1. целое целый. весь; общий {～の} в в целом, общем {～に} всего; включая всех (всё) {～で} общий, полный; целостный; тотальный; тоталитарный {～的} в в в целом, общем, совокупности {～として} 2 1) в целом 2) вообще, в общем 3) собственно говоря