手 離

手離す 手ばなす 手放す

てばなす

uit z'n handen laten gaan loslaten laten schieten varen uit handen geven afstand doen van zich ontdoen van afstaan overlaten van de hand doen verkopen {i.h.b.} laten gaan afscheid nemen van wegsturen schenken {娘を} onderbreken {仕事を} tijdelijk in de steek laten

átruház csökkent elenged elereszt enyhít felment forgalomba hoz kienged kiold ledob abbahagy felad lemond vmiről becsap

to let go of to release to drop to part with (e.g. a possession) to relinquish to spare to sell to send away (e.g. one's child) to let go to part with to temporarily stop working

etw. loslassen etw. aufgeben aushändigen verkaufen veräußern abschicken entlassen sich trennen von unbeaufsichtigt lassen freie Hand lassen weggeben (Kind) unterbrechen (Tätigkeit)

1) выпускать из рук 2) (перен.) расставаться (с чем-л., продавая, уступая кому-л.); отпускать, отсылать (кого-л.) 3) (перен.) оставлять без присмотра