駆 立

駆立てる 狩り立てる 駆りたてる 駆り立てる

かりたてる

駆り立てる 駆立てる

jagen {jachtt.} drijven opjagen opdrijven verjagen verdrijven voortjagen voortdrijven aanjagen aandrijven doen vluchten drijven jagen opdrijven opjagen verdrijven verjagen voortdrijven voortjagen aandrijven aanjagen toestand} injagen {m.b.t. indrijven brengen tot aanzetten aansporen

kézre kerít

to urge to spur on to push on to impel to flush out (game, etc.) to drive (animals) to beat to hunt down

aufstöbern aufspüren treiben hetzen jagen verfolgen treiben stürzen

поднимать (зверя на охоте) 1) гнать; погонять 2) (перен.) подстрекать