回

回る 廻る 巡る

めぐる

を巡って

lopen om gaan om draaien om cirkelen om ronddraaien omringen omgeven circuleren omlopen rondgaan een cyclus vormen zich herhalen (regelmatig) terugkeren roteren rondlopen rondtrekken rondreizen rondgaan ronddrentelen heen en weer gaan te maken hebben met ~ omtrent ~ in verband met ~ betreffende ~ over ~

felel jelent jövedelmez válaszol visszahelyez visszatér visszatesz harcol

girar hacer girar visitar muchos lugares ir por ahí girar hacer girar visitar muchos lugares

to surround to concern (usu. of disputes) to go around to return

kreisen sich drehen rotieren herumreisen herumfahren umlaufen zirkulieren sich wiederholen sich beziehen

retourner revenir entourer préoccuper (en général à propos de conflits)

1) (см.) まわる 1, 2 2) обходить кругом (по кругу); (перен.) возвращаться (о временах года) 3) окружать