忍

忍ぶ

しのぶ

verdragen dulden uitstaan nemen pikken slikken tolereren zich verbergen zich verstoppen zich verschuilen zich gedekt houden ontkomen aan {人目を} zich onttrekken aan ontduiken zich heimelijk geniepig gedragen

elpáhol elver elbír elszenved megadással tűr megadással visel

ocultarse esconder resistir aguantar

to conceal oneself to hide to endure to bear to stand to put up with

erdulden ertragen aushalten überstehen sich verstecken sich verbergen meiden vermeiden ausweichen

endurer supporter se cacher se dissimuler

1) выносить, сносить; терпеть; (ср.) しのんで 1 2) скрываться, прятаться; делать что-л. тайком 3) (см.) しのぶぐさ