手 付

手をつける 手を付ける 手を着ける

てをつける

beginnen aan een affaire beginnen met het aanleggen met aanpappen met beginnen te gebruiken aanspreken in zijn zak steken {i.h.b.} achteroverdrukken beginnen te eten van toetasten aanvallen

alapít beindít elindít elugrik felijed folyamatba tesz indul megindít megriad megugraszt összerezzen

(empezar a) trabajar en malversar gastar dinero obtenido de forma ilegal

to set one's hand to to start work on to embezzle to use (money obtained in illegal fashion) to have sexual relations to have an affair

berühren Hand an etw. legen sich an etw. machen etw. anpacken