Entry
Source
JMdict 200217
Characters

Definition
Word
Reading
Priority ichi1
Priority news2
Priority nf46

Reference
Translation dut
sterven doodgaan overlijden heengaan {euf.} {fig. euf.} inslapen ontslapen {euf.} expireren {form.} verscheiden {arch.} omkomen {i.h.b.} vergaan het leven laten {euf.} de wereld verlaten {uitdr.} de dood vinden {i.h.b.} om het leven komen {i.h.b.} kapotgaan {inform.} opkrassen {inform.} verrekken {vulg.} dieren {m.b.t. volkst.} creperen dieren {m.b.t. volkst.} peigeren {uitdr. euf.} uit dit leven scheiden {uitdr. euf.} de geest geven {uitdr. euf.} de laatste adem(tocht) uitblazen {uitdr. euf.} de doodssnik geven {uitdr. euf.} de laatste snik geven {uitdr. euf.} tot een beter leven overgaan de grote reis aanvaarden {uitdr.} ad patres gaan {uitdr.} de weg van alle vlees gaan {uitdr.} de eeuwigheid in gaan {uitdr.} voor Gods rechterstoel verschijnen {uitdr.} {uitdr. euf.} het (moede) hoofd neerleggen het het tijdelijke met eeuwige verwisselen {uitdr.} {uitdr. euf.} naar betere oorden verhuizen het hoekje omgaan {uitdr.} de pijp uitgaan {uitdr.} er geweest zijn {uitdr.} het loodje leggen {uitdr.} de ogen sluiten {uitdr.} de pijp aan Maarten geven {uitdr.} om zeep gaan {uitdr.} naar de barbiesjes gaan {uitdr.} de kraaienmars blazen {uitdr.} zijn poeperd dichtknijpen {uitdr.} het afleggen {uitdr.} het leven afleggen {uitdr.} de doodschuld afleggen {uitdr.} 'm piepen {uitdr.} zijn hachje erbij inschieten {uitdr.} kassiewijle gaan {Barg.} het afpikken {Barg.} levendigheid glans verliezen futloos lusteloos doods worden onbezield raken zielloos worden wegsterven {fig.} verspild worden nutteloos besteed worden verdaan worden onbenut blijven ongebruikt blijven geslagen worden {go-jargon} van het veld af gespeeld worden {honkbaljargon} "uit" geslagen worden uitgetikt worden
Translation hun
Translation slv
Translation spa
Translation swe
Part of Speech Godan verb with `nu' ending
Part of Speech intransitive verb
Part of Speech irregular nu verb

122 record(s) retrieved in 40 ms