遷る
JMdict 200217
Word 移る ; 遷る
Reading うつる
Translation dut verhuizen ; veranderen ; voorbijgaan {時が〜} ; passeren ; overgaan in ; verworden tot ; vergaan ; overgaan op {病気が〜} ; aantasten ; aansteken ; vervalen ; valer worden ; verschieten ; verbleken Translation hun meghat ; mozgat ; mozog ; áthelyez ; átigazol ; átköltözik ; átmásol ; átruház ; átszáll ; átszállít ; átutal ; átvisz Translation slv preseliti se ; prestaviti se Translation spa mudarse ; transferir ( departamento ) ; cambiar el objetivo del interés o asunto ; pasar ( tiempo ) ; permearse por un color o esencia ; infectarse ; contagiarse ; propagarse ( como el fuego )
Translation eng to move ( house ) ; to transfer ( department ) ; to change the target of interest or concern ; to elapse ( passage of time ) ; to be permeated by a colour or scent ; to be infected ; to be contagious ; to spread ( as in fire ) Translation ger den Ort wechseln ; umziehen ; umsteigen ; sich verändern ; sich ändern ; wechseln ; sich wandeln ; sich einer anderen Sache zuwenden ; übertragen ( Geruch , Farbe ) ; jmdn . anstecken ( mit einer Krankheit ) ; übergreifen ( Feuer ) ; sich ausbreiten ; Feuer fangen ; aufsteigen ; voranschreiten ; vergehen ( Zeit ) ; verblassen ; die Farbe verlieren Translation fre déménager ( une maison ) ; transférer ( un département ) ; changer de sujet d'intérêt ou d'inquiétude ; s'écouler ( durée de temps ) ; se passer ; être imprégné par une couleur ou une odeur ; être infecté ; être contagieux ; se répandre ( comme le feu ) Translation rus 1) перебираться , переезжать ; перемещаться ; 2) переходить кому-чему-л .) ; 3) сменяться ; 4) быть заразным ( заразительным ); заражать


避る
JMdict 200217
Word 去る ; 避る
Reading さる
Translation dut verlaten ; weggaan ( bij ; van ) ; vertrekken ( bij ; van ; uit ) ; ervandoor gaan ; aangaan {gew .} ; ertussenuit knijpen ; opstappen ; heengaan ( van ) ; heenlopen ; sterven {i .h.b.} ; scheiden ( van ; uit ) ; echtgenoot {m .b.t. ; echtgenote} zich laten scheiden van ; zich verwijderen van ; aflopen van ; weglopen van ; verdwijnen ; wegkomen ; zich wegscheren ; zich wegpakken {veroud .} ; opdonderen {inform .} ; ophoepelen {inform .} ; opflikkeren {inform .} ; oprukken {inform .} ; opdoeken {w .g.} ; opzooien {studentent .} ; zich uit de voeten maken {uitdr .} ; achter zich laten ; op {x uur afstand enz .} liggen ; afliggen van ; verwijderd liggen van ; wijken ; afnemen ; wegtrekken ; verdwijnen ; overgaan ; eindigen ; ophouden te bestaan ; aflopen ; ten einde lopen ; voorbijgaan ; vergaan ; seizoen {m .b.t. ; tijdruimte} verstrijken ; voorbijgaan ; vergaan ; voorbijvliegen {i .h.b.} ; verlopen ; passeren ; omgaan {fig .} ; omlopen {fig .} ; omkomen {fig .} ; verwijderen ; afhalen ; weghalen ; wegwerken ; uithalen ; wegnemen ; afdoen ; afnemen ; verbannen ; zich af maken van ; zich ontdoen van ; bannen ; uitbannen ; afzetten ( van ) ; laten varen ; baan} opgeven {m .b.t. ; stoppen met ; ambt} neerleggen {m .b.t. ; verlaten ; opzeggen ; afstand doen van ; bedanken voor ; vaarwelzeggen ; toneel} afgaan ( van ) {m .b.t. ; totaal ~ ; volledig ~ ; compleet ~ ; geheel en al ~ ; volkomen ~ {voorafgegaan door een ren'yōkei} ; jongstleden ; jl . {afk .} ; laatstleden ; ll . {afk .} ; ~ dezer ; vorige ~ ; verleden ~ ; gepasseerde ~ Translation hun átad ; elmegy ; enged ; hagy ; rábíz ; átmegy ; elhalad ; elkönyvel ; elmúlik ; eltelik ; eltűnik ; felülmúl ; halad ; megelőz ; meghal ; megy ; múlik ; passzol ; telik ; továbbad ; továbbhalad ; tölt ; történik Translation slv ločiti se ( od nekega kraja ), oditi ; miniti , iti mimo ; pustiti ; zapustiti ; prepustiti ; opustiti ; prenehati Translation spa salir ; irse ; pasar ; transcurrir ; ser distante ; echar ; alejar ; apartar ; divorciar ; ( después de de la raíz -masu , esp . un verbo suru ) completamente ; pasado ( ej . abril pasado )
Translation eng to leave ; to go away ; to pass ; to elapse ; to be distant ; to send away ; to drive off ; to divorce ; to ( do ) completely ; last ... (e.g. "last April" ) Translation ger vergangener … ; letzter … ; fortgehen ; weggehen ; ( einen Ort ) verlassen ; sich entfernen ; abhauen ; aufbrechen ; abfahren ; abfliegen ; abreisen ; vergehen ; vorübergehen ( Zeit ) ; vergehen ; verschwinden ; schwinden ; nachlassen ; abnehmen ; weggehen (z. B. eine Gefahr , Krankheit etc .) ; entfernt sein ; vollständig tun ; fernhalten ; sich vom Leib halten ; sich von seiner Frau trennen ; sich scheiden lassen ; meiden ; vermeiden ; umgehen ; absagen ; ablehnen ; Verse voneinander trennen ( bei Kettengedichten ) Translation fre partir ; quitter ; passer ; s'écouler ; être éloigné ; renvoyer ; chasser ; divorcer ; ... complètement ; ... dernier ( par ex . « avril dernier ») Translation rus 1) уходить ; оставлять , покидать ; 2) проходить , уходить ; 3) удалять , счищать ; 4) (( тж .) 距る ) отстоять ( от чего-л .) ; прошлый ( при указании прошедшей даты ) ; ( ср .) さるころ

死ぬ
JMdict 200217
Word 死ぬ
Reading しぬ
Translation dut sterven ; doodgaan ; overlijden ; heengaan {euf .} ; {fig . ; euf .} inslapen ; ontslapen {euf .} ; expireren {form .} ; verscheiden {arch .} ; omkomen {i .h.b.} ; vergaan ; het leven laten {euf .} ; de wereld verlaten {uitdr .} ; de dood vinden {i .h.b.} ; om het leven komen {i .h.b.} ; kapotgaan {inform .} ; opkrassen {inform .} ; verrekken {vulg .} ; dieren {m .b.t. ; volkst .} creperen ; dieren {m .b.t. ; volkst .} peigeren ; {uitdr . ; euf .} uit dit leven scheiden ; {uitdr . ; euf .} de geest geven ; {uitdr . ; euf .} de laatste adem ( tocht ) uitblazen ; {uitdr . ; euf .} de doodssnik geven ; {uitdr . ; euf .} de laatste snik geven ; {uitdr . ; euf .} tot een beter leven overgaan ; de grote reis aanvaarden {uitdr .} ; ad patres gaan {uitdr .} ; de weg van alle vlees gaan {uitdr .} ; de eeuwigheid in gaan {uitdr .} ; voor Gods rechterstoel verschijnen {uitdr .} ; {uitdr . ; euf .} het ( moede ) hoofd neerleggen ; het het tijdelijke met eeuwige verwisselen {uitdr .} ; {uitdr . ; euf .} naar betere oorden verhuizen ; het hoekje omgaan {uitdr .} ; de pijp uitgaan {uitdr .} ; er geweest zijn {uitdr .} ; het loodje leggen {uitdr .} ; de ogen sluiten {uitdr .} ; de pijp aan Maarten geven {uitdr .} ; om zeep gaan {uitdr .} ; naar de barbiesjes gaan {uitdr .} ; de kraaienmars blazen {uitdr .} ; zijn poeperd dichtknijpen {uitdr .} ; het afleggen {uitdr .} ; het leven afleggen {uitdr .} ; de doodschuld afleggen {uitdr .} ; 'm piepen {uitdr .} ; zijn hachje erbij inschieten {uitdr .} ; kassiewijle gaan {Barg .} ; het afpikken {Barg .} ; levendigheid ; glans verliezen ; futloos ; lusteloos ; doods worden ; onbezield raken ; zielloos worden ; wegsterven {fig .} ; verspild worden ; nutteloos besteed worden ; verdaan worden ; onbenut blijven ; ongebruikt blijven ; geslagen worden {go-jargon} ; van het veld af gespeeld worden {honkbaljargon} ; "uit" geslagen worden ; uitgetikt worden Translation hun meghal Translation slv umreti Translation spa morir Translation swe
Translation eng to die ; to pass away ; to lose spirit ; to lose vigor ; to look dead ; to cease ; to stop Translation ger sterben ; hinscheiden ; verscheiden ; den letzten Atem aushauchen ; versterben ; umkommen ; verenden ; fallen ; gefangen sein ; aus dem Spiel genommen werden Translation fre mourir ; trépasser ; succomber ; décéder ; rendre l'esprit ; s'affaiblir ; avoir l'air mort ; cesser ; arrêter ; terminer Translation rus умирать , умереть ; ( ср .) しんだ , しなれる【死なれる】 , しぬべき



腐敗
JMdict 200217
Word 腐敗
Reading ふはい
Translation dut bederven ; tot bederf overgaan ; tot ontbinding overgaan ; rotten ; verrotten ; vergaan ; ontbinden ; corrumperen ; ontaarden ; degenereren ; verworden ; corrupt worden ; bederf ; rotting ; verrotting ; rot ; decompositie ; ontbinding ; putrefactie ; aanvreting ; aantasting ; sepsis {geneesk .} ; verdorvenheid ; corruptheid ; corruptie ; degeneratie ; ontaarding ; verwording ; depravatie Translation hun bomlás ; istentelenség ; perverzitás Translation slv razpad ; gnitje ; pokvarjenost ; razpad ; propa ; gnitje Translation spa decadencia ; depravación
Translation eng decomposition ; putrefaction ; putrescence ; spoilage ; corruption ; degeneracy ; decay ; depravity Translation ger verfaulen ; verwesen ; verderben ; sich zersetzen ; korrumpiert werden ; verkommen ; sittlich verfallen ; Fäulnis ; Vermoderung ; Verwesung ; Zersetzung ; Putrefaktion ; Putreszenz ; Korruption ; Verderbnis ; Verderbtheit ; sittliche Schlechtigkeit Translation fre corruption ; décomposition ; dépravation ; pourriture Translation rus гнить ; тухнуть мясе и т. п.); скисать ( напр . о молоке ); портиться ; 1) гниение ; порча ; гнить ; тухнуть мясе и т. п.); скисать ( напр . о молоке ); портиться {~する} ; испорченный , тухлый {~した} ; 2) разложение , коррупция ; разложившийся , продажный {~した} ; твёрдый в своих убеждениях , не поддающийся разложению {~しない}





死にそう
JMdict 200217
Word 死にそう
Reading しにそう
Translation dut vergaan ( van ) ; sterven ( van ) ; het verschrikkelijk hebben
Translation eng at the point of death ; almost dead ; about to die ; at some limit ( pain , hunger , etc .)



Records 1 - 14 of 14 retrieved in 413 ms