解纜
JMdict 100319
Word 解纜
Reading かいらん
Translation eng weighing anchor ; unmooring ; sailing off Translation ger Ankerlichten ; Absegeln ; Ausfahrt ; Abfahren


避る
JMdict 100319

往く
JMdict 100319


出かける
JMdict 100319
Word 出掛ける ; 出かける
Reading でかける
Translation eng to depart ; to go out (e.g. on an excursion or outing ) ; to set out ; to start ; to be going out Translation ger ausgehen ; losgehen ; fortgehen ; sich auf den Weg machen ; abfahren ; abreisen ; aufbrechen Translation fre partir ; sortir Translation rus выходить ; отправляться

離岸
JMdict 100319
Word 離岸
Reading りがん
Translation eng setting sail Translation ger ( schriftspr .) ; Ablegen ; Abfahren ; Segelsetzen

開車
HanDeDict 100318
Traditional 開車 Simplified 开车
Pinyin kai1 che1
Deutsch Auto fahren , Fahrzeug fahren (u.E.) (S) ; Anspringen (u.E.) (S) ; Inbetriebnahme , Inbetriebsetzung (u.E.) (S) ; ( Maschine oder motorisierte Fahrzeuge ) anlassen , starten , einen Motor in Gang setzen (u.E.) (V) ; abfahren (u.E.) (V) ; Auto fahren (u.E.) (V) ; ein Fahrzeug ( Auto , Zug ) lenken , fahren , führen (u.E.) (V) ; eine Maschine laufen lassen (u.E.) (V)


避る
JMdict 200217
Word 去る ; 避る
Reading さる
Translation dut verlaten ; weggaan ( bij ; van ) ; vertrekken ( bij ; van ; uit ) ; ervandoor gaan ; aangaan {gew .} ; ertussenuit knijpen ; opstappen ; heengaan ( van ) ; heenlopen ; sterven {i .h.b.} ; scheiden ( van ; uit ) ; echtgenoot {m .b.t. ; echtgenote} zich laten scheiden van ; zich verwijderen van ; aflopen van ; weglopen van ; verdwijnen ; wegkomen ; zich wegscheren ; zich wegpakken {veroud .} ; opdonderen {inform .} ; ophoepelen {inform .} ; opflikkeren {inform .} ; oprukken {inform .} ; opdoeken {w .g.} ; opzooien {studentent .} ; zich uit de voeten maken {uitdr .} ; achter zich laten ; op {x uur afstand enz .} liggen ; afliggen van ; verwijderd liggen van ; wijken ; afnemen ; wegtrekken ; verdwijnen ; overgaan ; eindigen ; ophouden te bestaan ; aflopen ; ten einde lopen ; voorbijgaan ; vergaan ; seizoen {m .b.t. ; tijdruimte} verstrijken ; voorbijgaan ; vergaan ; voorbijvliegen {i .h.b.} ; verlopen ; passeren ; omgaan {fig .} ; omlopen {fig .} ; omkomen {fig .} ; verwijderen ; afhalen ; weghalen ; wegwerken ; uithalen ; wegnemen ; afdoen ; afnemen ; verbannen ; zich af maken van ; zich ontdoen van ; bannen ; uitbannen ; afzetten ( van ) ; laten varen ; baan} opgeven {m .b.t. ; stoppen met ; ambt} neerleggen {m .b.t. ; verlaten ; opzeggen ; afstand doen van ; bedanken voor ; vaarwelzeggen ; toneel} afgaan ( van ) {m .b.t. ; totaal ~ ; volledig ~ ; compleet ~ ; geheel en al ~ ; volkomen ~ {voorafgegaan door een ren'yōkei} ; jongstleden ; jl . {afk .} ; laatstleden ; ll . {afk .} ; ~ dezer ; vorige ~ ; verleden ~ ; gepasseerde ~ Translation hun átad ; elmegy ; enged ; hagy ; rábíz ; átmegy ; elhalad ; elkönyvel ; elmúlik ; eltelik ; eltűnik ; felülmúl ; halad ; megelőz ; meghal ; megy ; múlik ; passzol ; telik ; továbbad ; továbbhalad ; tölt ; történik Translation slv ločiti se ( od nekega kraja ), oditi ; miniti , iti mimo ; pustiti ; zapustiti ; prepustiti ; opustiti ; prenehati Translation spa salir ; irse ; pasar ; transcurrir ; ser distante ; echar ; alejar ; apartar ; divorciar ; ( después de de la raíz -masu , esp . un verbo suru ) completamente ; pasado ( ej . abril pasado )
Translation eng to leave ; to go away ; to pass ; to elapse ; to be distant ; to send away ; to drive off ; to divorce ; to ( do ) completely ; last ... (e.g. "last April" ) Translation ger vergangener … ; letzter … ; fortgehen ; weggehen ; ( einen Ort ) verlassen ; sich entfernen ; abhauen ; aufbrechen ; abfahren ; abfliegen ; abreisen ; vergehen ; vorübergehen ( Zeit ) ; vergehen ; verschwinden ; schwinden ; nachlassen ; abnehmen ; weggehen (z. B. eine Gefahr , Krankheit etc .) ; entfernt sein ; vollständig tun ; fernhalten ; sich vom Leib halten ; sich von seiner Frau trennen ; sich scheiden lassen ; meiden ; vermeiden ; umgehen ; absagen ; ablehnen ; Verse voneinander trennen ( bei Kettengedichten ) Translation fre partir ; quitter ; passer ; s'écouler ; être éloigné ; renvoyer ; chasser ; divorcer ; ... complètement ; ... dernier ( par ex . « avril dernier ») Translation rus 1) уходить ; оставлять , покидать ; 2) проходить , уходить ; 3) удалять , счищать ; 4) (( тж .) 距る ) отстоять ( от чего-л .) ; прошлый ( при указании прошедшей даты ) ; ( ср .) さるころ



出立
JMdict 200217
Word 出立
Reading しゅったつ
Translation hun elutazás Translation swe avsteg
Translation eng departure Translation ger abfahren ; abreisen ; aufbrechen ; starten ; sich auf den Weg machen ; Aufbruch ; Abfahrt ; Abreise ; Abflug ; Abmarsch ; Start Translation rus ( см .) しゅっぱつ


発進
JMdict 200217

逝く
JMdict 200217
Word 行く ; 逝く ; 往く
Reading いく ; ゆく
Translation dut gaan ; lopen ; wandelen ; zich begeven naar ; aangaan op ; naar wens lopen ; lekker lopen ; goed werken ; succesvol zijn ; sterven ; overlijden ; heengaan ; klaarkomen ; afgaan ; gaan ; zich bewegen naar ; zich begeven ; stevenen ; koersen ; koers zetten ; aangaan op ; tijgen ; varen ; treden ; trekken ; wegen} leiden {m .b.t. ; voeren ; komen ; aankomen ; arriveren ; bereiken ; bezoeken ; aandoen ; langskomen ; langsgaan ; passeren ; voorbijgaan ; vlieden ; vervlieden ; verstrijken ; verlopen ; langskomen ; langstrekken ; voorbijlopen ; wegstromen ; vlieten ; overwaaien ; verdwijnen ; heengaan ; sterven ; verscheiden ; verlaten ; vertrekken ; weggaan ; afreizen ; afvaren ; bruid {als ; schoonzoon ; adoptiekind enz .} toetreden tot haar ; zijn nieuwe familie ; genoegen vinden ; tevreden zijn ; vergenoegd zijn ; vooruitgaan ; vorderen ; voortgaan ; opschieten ; gedaan worden ; uitgevoerd worden ; toegepast worden ; vallen ; uitvallen ; uitpakken ; aflopen ; ontstaan ; opleveren ; resulteren in ; brengen ; komen ; klaarkomen ; aan zijn gerief komen {volkst .} ; een orgasme krijgen ; afgaan ; {volkst . ; m.b.t. mannen} schieten ; blijven ~ {drukt voortduring ; voortgang van een handeling of toestand uit} Translation hun meghal ; elmúlik ; elpocsékol ; eltelik ; eltölt ; szétoszlik ; belemegy vhova ; elmegy ; elvész ; menni ; szól vmiről ; való vhova Translation slv iti , hoditi ( tudi : na delo , v šolo ) ; iti Translation spa morir ; fallecer ; ir ; continuar Translation swe ; åka ; åka
Translation eng to proceed ; to take place ; to pass through ; to come and go ; to walk ; to die ; to pass away ; to do ( in a specific way ) ; to stream ; to flow ; to continue ; to have an orgasm ; to come ; to cum ; to trip ; to get high ; to have a drug-induced hallucination ; to go ; to move ( in a direction or towards a specific location ) ; to head ( towards ) ; to be transported ( towards ) ; to reach Translation ger sterben ; verscheiden ; gehen ; sich begeben ; fahren ; reisen ; fliegen ; kommen ; fortgehen ; weggehen ; weglaufen ; sich entfernen ; abfahren ; abreisen ; abhauen ; besuchen ; aufsuchen ; vorsprechen ; vorbeikommen ; zu Fuß gehen ; laufen ; zu Ende gehen ; kommen ; einen Orgasmus haben ; gehen ; sich begeben ; fahren ; reisen ; fliegen ; kommen ; fortgehen ; weggehen ; weglaufen ; sich entfernen ; abfahren ; abreisen ; abhauen ; besuchen ; aufsuchen ; vorsprechen ; vorbeikommen ; zu Fuß gehen ; laufen ; zu Ende gehen Translation fre aller ; se rendre ; se déplacer ( dans une direction ou vers un lieu spécifique ) ; se diriger ( vers ) ; être transporté ( vers ) ; atteindre ; se passer ; se dérouler ; avoir lieu ; passer ; aller et venir ; marcher ; décéder ; mourir ; faire ( d'une manière spécifique ) ; couler ; s'écouler ; continuer ; avoir un orgasme ; jouir ; éjaculer ; faire un trip ; se défoncer ; avoir une hallucination provoquée par la drogue Translation rus ( кн .) уйти , скончаться ; ( см .) ゆく【行く】 ; 1) идти , ходить ком-л .) ; 2) идти , ехать , направляться , следовать ( куда-л . (о ком-л .; тж . о поезде , пароходе и т. п.); вести ( куда-л .) ((о дороге ; ср .) ゆくさき , ゆくすえ , ゆくて , ゆくゆく ) ; 3) {по}бывать ( где-л .) ; 4) (( тж . уст .) 往く ) уходить ; уезжать (( ант .) くる【来る】 ; ( ср .) ゆくさくさ ); ( перен .) пропадать {из виду} ; 5) течь (а) о воде ; б) о времени ; о чём-л . происходящем ) ; 6) выходить {замуж}
Crossref 旨く行く ; 来る・くる・1

発つ
JMdict 200217
Word 立つ ; 発つ
Reading たつ
Translation dut vertrekken ( uit ) ; verlaten ; op weg gaan ; zich op weg begeven ; aanvaarden {旅へ} ; afreizen ; tijgen ; overeind ; rechtop gaan staan ; overeind komen ; opstaan ; oprijzen ; zich oprichten ; zich opstellen ; zich perpendiculariseren {scherts .} ; {教壇 ; 歩哨 ; 証言台に} staan ; zich stellen {立場に} ; zich vestigen {世に} ; aan de kost komen {i .h.b.} ; {矢 ; 棘が} blijven steken ; zich kandidaat stellen ( voor ) {候補者に} ; kandidaat staan ( voor ) ; kandideren ( voor ) {候補に} ; verkeren {苦境に} ; zich bevinden ; optreden {証人に} ; ontstaan ; zich vormen ; zich ontwikkelen ; rijzen ; te voorschijn komen ; opsteken {風が} ; {春 ; 秋が} beginnen ; in zicht komen ; opgemaakt worden {予算が} ; gehouden worden {市が} ; {噂 ; 評判が} gaan ; {理屈 ; 言い訳 ; 筋道が} opgaan ; gelden ; hout snijden ; {面目 ; 顔が} gered worden ; opkomen ( voor ) ; in actie komen ; {門 ; ( ) ; 障子が} ( zich ) sluiten ; dichtgaan ; vertrekken ( uit ) ; verlaten ; op weg gaan ; zich op weg begeven ; afreizen ; tijgen ; "er" staan ; vaardig zijn Translation hun meghal ; állít vhova ; vmilyen nagyságú Translation slv odpotovati ; oditi ; vstati ; stati Translation spa partir ( en tren , avión , etc ) ; estar de pie ; ponerse de pie ; encontrarse uno mismo ( en dificultades ) ; partir ( tren ; avión ; etc ) Translation swe stå
Translation eng to stand ; to rise ; to stand up ; to find oneself (e.g. in a difficult position ) ; to depart ( on a plane , train , etc .) Translation ger aufstehen ; sich aufrichten ; sich auf die Beine stellen ; aufgehen ; aufsteigen ; in die Luft steigen ; errichtet werden ; abfahren ; abgehen ; abreisen ; aufbrechen ; verdampfen ; verdunsten ; eine Erektion haben Translation fre se trouver ( par ex . en position difficile ) ; partir ( en avion , en train , etc .) Translation rus отправляться ; выезжать ; 1) стоять {вертикально} ; 2) стоять {на ногах} ; стать ; 3) (( тж .) 起つ ) ( прям . и перен .) вставать , подниматься ; 4) подыматься {вверх} ( напр . о паре , о дыме ) ; 5) (( тж .) 建つ ) стоять , выситься ; быть воздвигнутым ; 6) (( тж .) 建つ ) быть основанным ( учреждённым ) ; 7) быть выработанным ( определённым ) (о плане и т. п.) ; 8) выступать ( напр . кандидатом , свидетелем ) ; 9) вступать в жизнь ; работать ( кем-л .) ; 10 ) (( тж .) 発つ ) отправляться ( откуда-л .); уходить , уезжать ; 11 ) вонзаться ; 12 ) быть правильным рассуждении и т. п.) ; 13 ) закрываться дверях , о сёдзи ) ; 14 ) получаться частном при делении )



離岸
JMdict 200217
Word 離岸
Reading りがん
Translation eng setting sail ; leaving the shore , dock , etc . Translation ger ablegen ; abfahren ; Segel setzen ; Ablegen ; Abfahren ; Segelsetzen


開車
HanDeDict 200217

HanDeDict 100318
Traditional Simplified
Pinyin shi4
Deutsch abfahren , abreisen (u.E.) ; Gewindeschneidbacke (u.E.) (S)

HanDeDict 200217
Traditional Simplified
Pinyin shi4
Deutsch abfahren , abreisen ; Gewindeschneidbacke (S)

Records 1 - 24 of 24 retrieved in 836 ms