剥 出

むき出し 剥き出し 剝き出し

むきだし

bloot naakt onbedekt openhartig eerlijk openlijk oprecht rondborstig ongezouten onomwonden onverbloemd onverholen onverheeld onbedekt onbewimpeld openhartig eerlijk openlijk zonder er doekjes om te winden oprecht rondborstig ongezouten onomwonden onverbloemd onverholen onverheeld onbedekt onbewimpeld ronduit rechtuit rechtdoorzee recht voor z'n raap

becsületesség egyenesség őszinteség

naked bare uncovered frank open blunt

Nacktheit Entblößung Offenheit Ungeschminktheit Unverpacktheit nackt entblößt ausgezogen entkleidet hüllenlos offen frank und frei freimütig rückhaltlos ungeschminkt unverpackt unverblümt offen unverhohlen gerade heraus ohne Zurückhaltung

голый; в открытом виде открытый, откровенный, прямой открыто, прямо, без обиняков; без прикрас 1): {～の} голый; в открытом виде открывать, выставлять напоказ {～にする} быть быть выставленным напоказ, открытым для обозрения {～になっている} 2) (перен.:) открытый, откровенный, прямой {～の} открыто, прямо, без без обиняков; прикрас {～に}