ケチ けち

吝嗇・りんしょく

tegenspoed ongeluk pech ongelukkig toeval ongelukkige gebeurtenis slecht voorteken domper koude douche vitterij muggenzifterij haarkloverij kleingeestige kritiek gierigheid vrekkigheid schraperigheid inhaligheid karigheid krenterigheid overdreven zuinigheid kleinzieligheid bekrompenheid benepenheid kleingeestigheid pietluttigheid krenterigheid gemeenheid laagheid vunzigheid vuilheid smerigheid valsheid gierig vrekkig schraperig inhalig karig krenterig overdreven zuinig kleinzielig bekrompen benepen kleingeestig pietluttig krenterig gemeen laag vuns vuil smerig vals gierig vrekkig schraperig inhalig karig krenterig overdreven zuinig kleinzielig bekrompen benepen kleingeestig pietluttig krenterig gemeen laag vuns vuil smerig vals

skopuh stiskač skop skopuh

tacaño mezquino

stinginess miserliness penny-pinching cheeseparing miser pinchpenny skinflint cheapskate tightwad niggard shabby cheap mangy poor petty narrow-minded quibbling mean-spirited bad luck ill omen glitch

Unglück Unglückszeichen Dämpfer geizig arm winzig beschränkt

avarice lésinerie parcimonie mesquinerie pingrerie mégoter avare pingre radin rapiat chiche grippe-sou

(разг.) 1) скупость скупой, скаредный {～な} 2): {～な} захудалый, жалкий, убогий; мелкий, ничтожный 3) {～な} странный, чудной (прост.) невезение, неудача; несчастье странный, чудной скупой, скаредный захудалый, жалкий, убогий; мелкий, ничтожный

also written 吝嗇