振る
JMdict 200217



自慢
JMdict 200217
Word 自慢
Reading じまん
Translation dut trots ; fierheid ; eigendunk {i .h.b.} ; opschepperij ; snoeverij ; pocherij ; opsnijderij ; ophakkerij ; zwetserij ; pralerij ; dikdoenerij ; grootdoenerij ; duurdoenerij ; snorkerij ; bluf ; gepoch ; gesnoef ; gezwets ; gebluf ; geschetter ; gasconnade ; uitdr .} eigen roem {in ; lof ; trots zijn ( op ) ; prat gaan ( op ) ; zich beroemen ( op ) ; roemen ( op ) ; bogen ( op ) ; zich verheffen ( op ) ; zich laten voorstaan op ; opscheppen ; snoeven ; pochen ( op ) ; {Belg .N. ; inform .} stoefen ( op ) ; stoffen ( op ) {form .} ; opsnijden ; ophakken ; zwetsen ; pralen ; prallen ; dik ; groot doen ; grootspreken ; snorken ; bluffen ( op ) ; brallen ( op ) {veroud .} ; ronken {arch .} Translation hun kevélység ; tetőfok Translation slv ponos ; ponašanje ; bahavost ; ponašati se Translation spa orgullo ; jactarse ; presumir ; vanagloriarse ; engreírse ; ufanarse ; fanfarronear ; alardear ; chulearse
Translation eng pride ; boast Translation ger Stolz ; Hochmut ; Dünkel ; Eigenlob ; Selbstlob ; Angeberei ; Prahlerei ; angeben ; aufschneiden Translation fre fierté ; prétention ; vantardise Translation rus самодовольство , тщеславие ; хвастовство , бахвальство ; гордость ; кичиться , хвалиться ; гордиться {~する} ; похваляться ( чем-л .); гордиться ( чем-л .) {…を~する} , {…の~をする} ; кичиться , хвалиться ; гордиться

Records 1 - 7 of 7 retrieved in 122 ms