賜う
JMdict 200217
Word 給う ; 賜う
Reading たまう
Translation dut variant van ataeru en kureru} zich verwaardigen te geven {honoratieve ; schenken ; verlenen ; toestaan ; toekennen ; uitreiken ; vereren met ; variant van yokosu} sturen {honoratieve ; zenden ; variant van ataeru} ± zo goed zijn te geven {zelfverheerlijkende ; een bevel {…たまえ} {drukt ; uitnodiging uit} ; de welwillendheid van het onderwerp schenker )} {…~} {benadrukt ; eer aan het onderwerp} {…~} {betoont ; buitengewoon respect uit} {…せ~} {drukt ; aan standgenoten of ondergeschikten een discreet bevel} {…~} {formuleert ; variant van もらう} ontvangen {humiliatieve ; krijgen ; te eten {i .h.b.} ; drinken krijgen ; nuttigen ; {聞き ; 見~} {drukt het ontvangen van een gunst of toelating uit} mogen ; {思い ; 聞き ; 見~} {drukt nederigheid uit t.o.v. de toegesprokene} Translation hun fogadtatásban részesít ; kézhez vesz ; vendégül lát ; adományoz ; átruház ; nyújt ; elhelyez ; letétbe helyez ; odaítél Translation slv prejeti ; dopustiti ; dopuščati ; dovoliti ; zagotoviti ; priznati ; podeliti ; odobriti ; uslišati Translation spa recibir ; otorgar
Translation eng to give ; to do ... Translation ger geruhen zu tun ; geben ; gewähren ; schenken ( ehrerb . -höfl .) Translation rus ( вспомогательный гл ., применяющийся для образования одной из форм повел . накл .) ; ( ср .) たもう【賜う】
Crossref 給え

赦す
JMdict 200217
Word 許す ; 赦す ; 聴す
Reading ゆるす
Translation dut door de vingers zien ; dulden ; vergeven ; niet kwalijk nemen ; pardonneren ; verontschuldigen ; toelaten ; vergunnen ; erkennen ; aanvaarden ; toestaan ; toestemming geven voor ; verlenen ; veroorloven ; toestemmen in ; inwilligen ; verhoren ; aandacht} verslappen {zijn ; zwichten voor ; zich geven aan ; tegenstander een winstpunt} gunnen {de ; zijn vertrouwen} schenken {iemand ; erkennen {als uitmuntend} ; accrediteren als Translation hun enged ; engedélyt ad vmire ; megenged ; ad ; nyújt ; jóváhagy ; felment ; felszabadít ; elenged ; elnéz ; megbocsát ; megkegyelmez ; átruház ; csökkent ; enyhít ; kienged ; elfolyat ; felröpít ; abbahagy ; alábbhagy ; átad ; átenged ; felad ; lemond vmiről ; megszűnik ; beszakad Translation slv dovoliti ; dopustiti ; oprostiti Translation spa permitir ; dejar ; aprobar ; eximir ( de bien ) ; disculpar ( de ) ; confiar ; perdonar ; disculpar ; poner en libertad ; dejar salir ; confiar ; resignarse ; ceder ; permitir ; dejar ; aprobar ; eximir ( de bien ) ; disculpar ( de ) ; confiar ; perdonar ; poner en libertad ; dejar salir ; confiar ; resignarse ; ceder ; permitir ; dejar ; aprobar ; eximir ( de bien ) ; disculpar ( de ) ; confiar ; perdonar ; disculpar ; poner en libertad ; dejar salir ; confiar ; resignarse ; ceder
Translation eng to permit ; to allow ; to approve ; to consent to ; to forgive ; to pardon ; to excuse ; to tolerate ; to exempt ( someone ) from ; to remit ; to release ; to let off ; to acknowledge ; to admit ; to trust ; to confide in ; to let one's guard down ; to give up ( points in a game , distance in a race , etc .) ; to yield Translation ger vergeben ; verzeihen ; erlauben ; gestatten ; zulassen ; gewähren ( eine Bitte , einen Antrag ) ; befreien ( von einer Pflicht oder einer Bürde ) ; jmdm . etw . erlassen ; jmdm . etw . ersparen ; gewähren lassen ; machen lassen ; dulden ; Vertrauen schenken ; die Vorsicht sinken lassen ; anerkennen ; achten ; lockern ; lose machen ( etw . fest Verschnürtes ) ; freilassen ; loslassen Translation fre permettre ; accorder ; autoriser ; approuver ; tolérer ; exempter ( d'amende ) ; excuser ( de ) ; pardonner ; gracier ; libérer ; amnistier ; relâcher ; confier à ; abandonner ; céder Translation rus 1) разрешать , позволять ; санкционировать ; допускать ; 2) (( тж .) 赦す , 宥す ) прощать ; извинять ; 3) (( тж .) 免す ) освобождать , отпускать на волю ; 4) (( тж .) 免す ) освобождать ( от чего-л .) ; 5) ( связ .) доверить ( кому-л . что-л .) ; 6) ( связ .:) …をもって許す считать , признавать ( кем-л ., за кого-л .)
Crossref 自他ともに許す ; 心を許す ; 気を許す



Records 1 - 4 of 4 retrieved in 228 ms