ほど遠い
JMdict 200217
Word 程遠い ; ほど遠い
Reading ほどとおい
Translation dut ver weg ; een heel eind weg ; ver afgelegen ; verwijderd ; verre van … ; bij lange na niet … ; lang niet zo Translation swe fjärran
Translation eng far away ; far off Translation ger weit entfernt ; fern


遠い
JMdict 200217
Word 遠い
Reading とおい
Translation dut ver ; ver weg ; afgelegen ; verafgelegen ; verwijderd ; distant ; wijd {lit .t.} ; onna {veroud .} ; tijd} ver weg {m .b.t. ; lang ( geleden ) ; ver ; niet nauw verwant ; onna {veroud .} ; verziend {目が} ; hardhorend {耳が} ; slecht hoorbaar Translation hun messze ; messzebb eső ; messzebb fekvő ; messzebbi ; messzi ; messzire ; nagy távolságban ; sokkal ; távol- ; távol fekvő ; távol ; távolabbi ; távoli ; túlsó ; tartózkodó Translation slv daleč ; dalnji ; oddaljen Translation spa lejos ; distante
Translation eng far ; distant ; far away ; a long way off ; in the distance ; distant ( past ) ; remote ( in time ) ; remote ; far-removed ( in time ) ; distant ( relationship or kinship ) ; having little to do ( with someone ) ; far ( from something else in quality , degree , etc .) ; not similar ; way off ; hard ( of hearing ) ; nearsighted Translation ger weit ; fern ; weit entfernt ; entlegen ; fern ( Vergangenheit , Zukunft ) ; sehr unterschiedlich ( Quantität , Situation ) ; entfremdet ; nicht vertraut ; ohne Beziehung ; entfernt verwandt ; unbekannt ; nicht richtig funktionierend ( Ohren , Augen , Bewusstsein ) ; schwerhörig sein ; schlecht hören ; schlecht sehen ; besinnungslos ; ohnmächtig Translation fre lointain ; distant Translation rus 1) далёкий ; отдалённый пространстве , во времени ); ( как сказ .) далеко ; 2) дальний родстве ); далёкий ( об отношениях ) ; ( ср .) とおからぬ , とおく

避る
JMdict 200217
Word 去る ; 避る
Reading さる
Translation dut verlaten ; weggaan ( bij ; van ) ; vertrekken ( bij ; van ; uit ) ; ervandoor gaan ; aangaan {gew .} ; ertussenuit knijpen ; opstappen ; heengaan ( van ) ; heenlopen ; sterven {i .h.b.} ; scheiden ( van ; uit ) ; echtgenoot {m .b.t. ; echtgenote} zich laten scheiden van ; zich verwijderen van ; aflopen van ; weglopen van ; verdwijnen ; wegkomen ; zich wegscheren ; zich wegpakken {veroud .} ; opdonderen {inform .} ; ophoepelen {inform .} ; opflikkeren {inform .} ; oprukken {inform .} ; opdoeken {w .g.} ; opzooien {studentent .} ; zich uit de voeten maken {uitdr .} ; achter zich laten ; op {x uur afstand enz .} liggen ; afliggen van ; verwijderd liggen van ; wijken ; afnemen ; wegtrekken ; verdwijnen ; overgaan ; eindigen ; ophouden te bestaan ; aflopen ; ten einde lopen ; voorbijgaan ; vergaan ; seizoen {m .b.t. ; tijdruimte} verstrijken ; voorbijgaan ; vergaan ; voorbijvliegen {i .h.b.} ; verlopen ; passeren ; omgaan {fig .} ; omlopen {fig .} ; omkomen {fig .} ; verwijderen ; afhalen ; weghalen ; wegwerken ; uithalen ; wegnemen ; afdoen ; afnemen ; verbannen ; zich af maken van ; zich ontdoen van ; bannen ; uitbannen ; afzetten ( van ) ; laten varen ; baan} opgeven {m .b.t. ; stoppen met ; ambt} neerleggen {m .b.t. ; verlaten ; opzeggen ; afstand doen van ; bedanken voor ; vaarwelzeggen ; toneel} afgaan ( van ) {m .b.t. ; totaal ~ ; volledig ~ ; compleet ~ ; geheel en al ~ ; volkomen ~ {voorafgegaan door een ren'yōkei} ; jongstleden ; jl . {afk .} ; laatstleden ; ll . {afk .} ; ~ dezer ; vorige ~ ; verleden ~ ; gepasseerde ~ Translation hun átad ; elmegy ; enged ; hagy ; rábíz ; átmegy ; elhalad ; elkönyvel ; elmúlik ; eltelik ; eltűnik ; felülmúl ; halad ; megelőz ; meghal ; megy ; múlik ; passzol ; telik ; továbbad ; továbbhalad ; tölt ; történik Translation slv ločiti se ( od nekega kraja ), oditi ; miniti , iti mimo ; pustiti ; zapustiti ; prepustiti ; opustiti ; prenehati Translation spa salir ; irse ; pasar ; transcurrir ; ser distante ; echar ; alejar ; apartar ; divorciar ; ( después de de la raíz -masu , esp . un verbo suru ) completamente ; pasado ( ej . abril pasado )
Translation eng to leave ; to go away ; to pass ; to elapse ; to be distant ; to send away ; to drive off ; to divorce ; to ( do ) completely ; last ... (e.g. "last April" ) Translation ger vergangener … ; letzter … ; fortgehen ; weggehen ; ( einen Ort ) verlassen ; sich entfernen ; abhauen ; aufbrechen ; abfahren ; abfliegen ; abreisen ; vergehen ; vorübergehen ( Zeit ) ; vergehen ; verschwinden ; schwinden ; nachlassen ; abnehmen ; weggehen (z. B. eine Gefahr , Krankheit etc .) ; entfernt sein ; vollständig tun ; fernhalten ; sich vom Leib halten ; sich von seiner Frau trennen ; sich scheiden lassen ; meiden ; vermeiden ; umgehen ; absagen ; ablehnen ; Verse voneinander trennen ( bei Kettengedichten ) Translation fre partir ; quitter ; passer ; s'écouler ; être éloigné ; renvoyer ; chasser ; divorcer ; ... complètement ; ... dernier ( par ex . « avril dernier ») Translation rus 1) уходить ; оставлять , покидать ; 2) проходить , уходить ; 3) удалять , счищать ; 4) (( тж .) 距る ) отстоять ( от чего-л .) ; прошлый ( при указании прошедшей даты ) ; ( ср .) さるころ


Records 1 - 10 of 10 retrieved in 226 ms