チェック
JMdict 200217
Reading チェック
Translation dut geruit ; geblokt ; met ruiten ; ruitjes- ; controleren ; nakijken ; checken ; verifiëren ; nagaan ; afchecken ; ( nauwlettend ) toezien op ; op de voet volgen ; ( zorgvuldig ) gadeslaan ; aanstrepen ; aankruisen ; aanvinken ; aantekenen ; aanstippen ; tegenhouden ; stuiten ; in toom houden ; in bedwang houden ; aanval} afslaan {m .b.t. ; doen stoppen ; cheque ; ruit ( je ) ; controle ; nazicht ; verificatie ; controle ; bedwang Translation hun csatló ; feladóvevény ; hepehupaság ; hirtelen megállítás ; hirtelen megtorpanás ; irányítófej ; jelenléti érme ; jelenléti zseton ; kalapácstompító ; kikötő szár ; kis akadály ; lökésmérséklő ; lökésszerű megállás ; megakasztás ; papírszelvény ; pepita ; sakktáblaszerű szövetminta ; visszatérésre jogosító bárca ; ellenőrzés Translation slv preveriti ; označiti
Translation eng check ; plaid ; checkered ; checking ; monitoring ; looking over ; scrutinizing ; inspecting ; check ( banking ) ; cheque ; bill ( restaurant ) ; check ( chess ) Translation ger kariert ; kontrollieren ; überprüfen ; ankreuzen ; markieren ; auschecken ; Scheck ; Cheque ; Karo ; Kontrolle ; Vergleich ; Überprüfung ; Ankreuzen Translation fre tissu à carreaux ; plaid ; à carreaux ; à damier ; vérifier ; surveiller ; examiner ; scruter ; inspecter ; chèque ; note ( de restaurant ) ; échec au roi ( aux échecs ) Translation rus чешский ; ставить галочку ; сверять , проверять ; препятствовать , тормозить ; (( англ . и амер .) check ) ; 1) чек ; ярлык ; 2) узор в клетку , клетка ; 3): {~する} сверять , проверять ; 4): {~する} ставить галочку ; 5): {~する} препятствовать , тормозить ; (( англ .) check ) ; 1) клетка ( на материи );) ; 2) проверка ; 3) чек ; 4) ( спорт .) шах ; : {~の} чешский

扣える
JMdict 200217
Word 控える ; 扣える
Reading ひかえる
Translation dut paraat zitten ; staan ; ter beschikking staan ; zich gedeisd houden ; op de achtergrond blijven ; terughoudend zijn ; zich bescheiden opstellen ; zich inhouden ; gematigd zijn ; zich matigen ; vlakbij zijn ; ophanden zijn ; binnenkort gaan gebeuren ; imminent zijn ; op komst zijn ; halt houden ; tegenhouden ; inhouden ; terughouden ; weerhouden ; ophouden ; binnen de perken houden ; matig zijn in ; beletten ; zich onthouden van ; afzien van ; zich weerhouden van ; terugtrekken ; in z'n nabijheid hebben ; in de buurt hebben ; binnenkort te verwachten hebben ; opschrijven ; neerschrijven ; noteren ; optekenen ; linksom roeien {scheepv .} ; trekken Translation hun behúz ; beszív ; habozik ; jegyzeteket készít ; jegyzetel Translation spa aguardar ; abstenerse ; contenerse
Translation eng to be temperate in ; to refrain ; to abstain ; to hold back ; to restrain oneself from excessive ... ; to make notes ; to jot down (e.g. phone number ) ; to be in preparation for ; to be in waiting for ; to be soon ; to be in the offing ; to be in a close relationship (e.g. as a backer , etc .) Translation ger in Bereitschaft sein ; erwarten ; warten ; beiseite stehen ; gleich daneben sein ; nahe liegen ; nahe bevorstehen ; stillhalten ; kontrollieren ; im Zaum halten ; sich mit etw . zurückhalten ; mäßigen ; einschränken ; aufgeben ; notieren ; aufschreiben ; nahe platzieren ; zeitlich nahe legen ; nach links lenken ( ein japanisches Schiff ) ; ziehen ; greifen ; in die Hand nehmen Translation fre prendre des notes ; se modérer ; se retenir Translation rus 1) воздерживаться , удерживаться ( от чего-л .); сдерживать ( что-л .) ; 2) быть воздержанным , быть умеренным чём-л .); умерять ( что-л .) ; 3) записывать ; 4) ожидать ; 5) иметь {перед собой}

留める
JMdict 200217
Word 止める ; 留める ; 停める
Reading とめる
Translation dut vastmaken ; bevestigen ; vastzetten ; vastbinden ; vastklemmen ; vasthechten ; vastleggen ; fixeren ; hechten ; op z'n plaats houden ; afhechten {糸を} ; afkanten {編み目を} ; vastsjorren {ロープを} ; beleggen ; seizen ; vastkloppen {鋲で} ; vastklinken ; vastnagelen {釘で} ; vastspijkeren ; vastpinnen {ピンで} ; dichtknopen {ボタンで} ; toeknopen ; vastknopen ; {ホック ; かぎで} aanhaken ; vasthaken ; dichthaken ; ophouden ; tegenhouden ; aanhouden ; vasthouden ; gevangen houden ; in hechtenis houden ; in arrest houden ; in verzekerde bewaring houden ; detineren ; laten nablijven {学校で} ; laten schoolblijven ; {心 ; 気に} denken aan ; ernstig overdenken ; in acht nemen ; acht slaan op ; letten op ; in gedachten houden ; voor ogen houden ; rekening houden met ; zich aantrekken ; aandacht schenken aan ; ter harte nemen ; indachtig zijn ; gedachtig zijn ; onthouden ; in het hart prenten ; in het gemoed prenten ; de ogen vestigen op {…に目を} ; stoppen ; stopzetten ; stilleggen ; stilhouden ; laten stilstaan ; stillen ; stuiten ; tot stilstand brengen ; stilzetten ; tot staan brengen ; parkeren ; stallen ; de kant enz .} zetten {aan ; neerzetten ; arrêteren ; dief enz .} houden {de ; een halt toeroepen ; een punt zetten achter ~ ; een einde maken aan {een ruzie enz .} ; ophouden ; stremmen ; aanvoer enz .} staken {de ; afbreken ; afsnijden ; paard enz .} tegenhouden {een ; vasthouden ; aanhouden ; inhouden ; keren ; afdammen {fig .} ; geluid {m .b.t. ; pijn} weren ; ophouden ; stelpen ; licht enz .} uitdoen {het ; uitschakelen ; gas {m .b.t. ; water ; radio} uitdraaien ; dichtdraaien ; afsluiten ; uitzetten ; afzetten ; stroom} afbreken {de ; afsnijden ; inflatie enz .} bedwingen {m .b.t. ; beheersen ; afremmen ; beteugelen ; breidelen ; in toom houden ; in bedwang houden ; intomen ; groei enz .} belemmeren {de ; beletten ; verhinderen ; verbieden ; voorkomen ; ontzeggen ; verhoeden Translation hun befog ; megáll ; bekapcsol ; csukódik ; eltér ; lecsavar ; letér ; akadályoz ; fogva tart ; marasztal ; befog Translation slv pričvrstiti ; pritrditi ; ustaviti Translation spa parar ; detener ; parar ; detener ( algo ) ; cesar ; renunciar ; ponerle fin a Translation swe stoppa
Translation eng to notice ; to be aware of ; to concentrate on ; to pay attention to ; to remember ; to bear in mind ; to fix ( in place ) ; to fasten ; to tack ; to pin ; to nail ; to button ; to staple ; to detain ; to keep in custody ; to stop ; to turn off ; to park ; to prevent ; to suppress (a cough ) ; to hold back ( tears ) ; to hold ( one's breath ) ; to relieve ( pain ) ; to stop ( someone from doing something ) ; to dissuade ; to forbid ; to prohibit Translation ger anhalten ; zum Stehen bringen ; unterbrechen ; abstellen ; ausschalten ; verbieten ; abbringen ; abhalten ; aufhalten ; befestigen ; anhalten ; stoppen ; befestigen ; festmachen ; abhalten ; aufhalten ; hinterlassen ; zurücklassen ; festhalten ; einschließen Translation fre arrêter ; éteindre ; se garer ; stationner ; empêcher ; retenir ( une toux , des larmes , son souffle ) ; soulager ( la douleur ) ; empêcher ( quelqu'un de faire quelque chose ) ; faire cesser ; dissuader ; interdire ; prohiber ; remarquer ; être au courant de ; se concentrer sur ; prêter attention à ; se rappeler de ; retenir ; se souvenir de ; garder à l'esprit ; détenir ; retenir ; maintenir en détention Translation rus 1) (( тж .) 停める ) останавливать ( прекращать движение ) ; 2) (( тк .) 止める ) останавливать , задерживать , прекращать ; выключать ( газ , свет , радио и т. п.) ; 3) (( чаще ) 止める ) закреплять ; 4) (( тк .) 止める ) останавливать , удерживать ( кого-л . от чего-л .) ; 5) (( тк .) 留める ) задерживать ( кого-л .); оставлять после уроков ( школьника ) ; (( ср .) とめる【泊める】 ) ; 6) (( чаще ) 留める ) ( перен .) оставлять ( что-л . (в памяти , в сердце и т. п.)
Crossref 目を留める ; 気に留める

請ける
JMdict 200217
Word 受ける ; 請ける ; 承ける ; 享ける
Reading うける ; ウケる
Translation dut ontvangen ; krijgen ; verkrijgen ; verwerven ; aanvaarden ; aannemen ; accepteren ; nemen ; pakken ; tegenhouden ; bal} vangen {een ; slag} pareren {een ; afwenden ; telefoon} opnemen {de ; beantwoorden ; gehoor geven bij het telefoneren ; ondergaan ; meemaken ; ervaren ; op de proef gesteld worden {誘惑を} ; afleggen {試験を} ; gedoopt worden {洗礼を} ; verlies} lijden {een ; verwonding} oplopen {een ; belediging} incasseren {een ; moeten verduren ; blootgesteld worden aan ; onderworpen worden aan ; nemen {lessen} ; opleiding} volgen {een ; genieten ; geloven ; geloof hechten aan ; aannemen ; als waar beschouwen ; voor zoete koek slikken ; als juist aanvaarden ; als zo zijnd aanvaarden ; staan ; gelegen zijn tegenover ; uitzicht geven op ; gericht zijn naar {een windstreek ; ander referentiepunt} ; erven ; overerven ; van zijn ( voor ) ouders meekrijgen {eigenschappen} ; populair worden ; aan populariteit winnen ; in de smaak vallen ; tot de verbeelding spreken ; in trek raken ; geliefd worden ; in zwang raken ; aanslaan Translation hun elvállal ; nekilát ; vállal ; elfogad ; elfog ; eltűr ; elvisel ; felfog ; feltételez ; felvesz ; fog ; kibír ; kivesz ; megért ; megfog ; megragad ; megszerez ; sikere van ; tart ; vesz ; visz ; keresztülmegy ; tapasztal ; elkap ; megakad ; megkap ; rászed ; átvesz ; elfogad Translation slv prejeti ; dobiti Translation spa emprender ; aceptar ; tomar ( lección ; examen ) ; experimentar ; agarrar ( ej . una pelota ) ; hacerse popular Translation swe ta emot ; acceptera
Translation eng to receive ; to get ; to catch (e.g. a ball ) ; to be struck by ( wind , waves , sunlight , etc .) ; to sustain ( damage ) ; to incur (a loss ) ; to suffer ( an injury ) ; to feel ( influence ) ; to undergo (e.g. surgery ) ; to take (a test ) ; to accept (a challenge ) ; to be given (e.g. life , talent ) ; to find funny ; to find humorous ; to be amused ( by ) ; to follow ; to succeed ; to be descended from ; to face ( south , etc .) ; to be modified by ; to obtain (a pawned item , etc .) by paying a fee ; to be well-received ; to become popular ; to go down well Translation ger fangen ; auffangen ; bekommen ; erhalten ; annehmen ; erleiden ; bekommen ; für etw . halten ; ankommen ; angenommen werden ; interessant sein ; lustig sein ; erhalten ( ein Pfand ) ; übernehmen ( Arbeit ) Translation fre recevoir ; attraper ( par ex . un ballon ) ; être bien reçu ; devenir populaire ; bien se passer ; être drôle ; être humoristique ; être frappé par ( le vent , les vagues , la lumière du soleil , etc .) ; éprouver ( des dommages ) ; subir ( une perte ) ; souffrir ( d'une blessure ) ; ressentir ( une influence ) ; subir ( une opération chirurgicale ) ; passer ( un test ) ; accepter ( un défi ) ; être donné ( par ex . la vie , le talent ) ; faire face ( au sud , etc .) ; être modifié par ; obtenir ( un élément mis en gage , etc .) en payant des frais Translation rus 1) (( тж .) 承ける , 請ける ) получать ; 2) подвергаться ( чему-л .), быть объектом ( чего-л .) ; 3) поддерживать , подхватывать ( что-л . падающее ); поймать ( напр . мяч ); отражать ( удар ) ; 4) принимать ( как-л .) ; 5) быть хорошо принятым , иметь успех ; 6) быть обращённым какую-л . сторону ) ; 7) (( тж .) 享ける ) наследовать ; принимать ; получать
Crossref 請け出す・1



妨碍
JMdict 200217
Word 妨害 ; 妨碍 ; 妨礙
Reading ぼうがい
Translation dut storing ; stoornis ; verstoring ; verhindering ; hindering ; belemmering ; beletsel ; hinderpaal ; impediment ; hinder ; obstructie ; sta-in-de-weg ; blokkering ; onderbreking ; verijdeling ; sabotage {i .h.b.} ; storen ; verstoren ; hinderen ; verhinderen ; belemmeren ; dwarsbomen ; tegenhouden ; ophouden ; in de weg staan ; obstrueren ; obstructie voeren ; plegen ; blokkeren ; onderbreken ; verijdelen ; roet in het eten gooien ; stokken in de wielen steken {uitdr .} ; een spaak in het wiel steken {uitdr .} ; iem . de voet dwars zetten {uitdr .} ; iem . in de wielen rijden {uitdr .} ; saboteren {i .h.b.} ; muz .} jammen {i .h.b. Translation hun háborgatás ; zavarás ; zavargás ; akadály ; akadályozás ; gát Translation slv motnja ; zaviranje ; preprečevanje ; vmešavanje ; motenje ; vznemirjanje Translation spa interferencia
Translation eng disturbance ; obstruction ; hindrance ; jamming ; interference Translation ger Störung ; Hindernis ; Behinderung ; Verhinderung ; Hemmnis ; Unterbrechung ; Obstruktion ; stören ; behindern ; verhindern ; unterbrechen ; hemmen ; obstruieren Translation fre contretemps ; empêchement ; entrave ; obstacle Translation rus помеха , препятствие ; ( радио ) помехи ; мешать , препятствовать , чинить препятствия ; тормозить ; производить обструкцию ; нарушать ( покой , тишину , порядок и т. п.) {~する} ; мешать , быть помехой , служить препятствием ; тормозить {~になる} ; мешать , препятствовать , чинить препятствия ; тормозить ; производить обструкцию ; нарушать ( покой , тишину , порядок и т. п.)


JMdict 200217



押える
JMdict 200217
Word 押さえる ; 押える
Reading おさえる
Translation dut onderdrukken ; naar beneden drukken ; beheersen ; bedwingen ; ( met overmacht ) in bedwang houden ; eronder houden ; tegenhouden ; voorkomen ; terughouden ; arresteren ; gevangennemen ; in hechtenis nemen ; aanhouden ; in zijn kraag grijpen ; oren} dichtstoppen {de ; de de handen ogen} bedekken {met ; verbergen ; de handen het hoofd} vasthouden {met ; hand voor de mond} houden {de ; men recht op heeft {waar ; een deel van het loon etc .} achterhouden ; terughouden ; niet geven ; onthouden ; beslag leggen op {goederen ; eigendom ; documenten etc .} ; gerechtelijk in beslag nemen ; confisqueren ; grijpen ; pakken ; nemen ; in zijn klauwen krijgen ; een voorzichtige raming doen ; een voorzichtige schatting maken ; behoedzaam begroten ; plafonneren ; niet hoger laten oplopen dan ; prijzen} drukken {de ; binnen een bepaalde limiet houden ; onder een bepaalde limiet houden Translation hun abbahagy ; fogva tart ; korlátoz ; megfékez ; visszatart ; beszorul ; elkoboz ; elfojt ; elnyom ; elhallgattat ; eltitkol ; lenyom ; megálít ; visszatart Translation spa suprimir ; detener ; atrapar ; asegurar
Translation eng to quell ; to subdue ; to suppress ; to repress ; to hold back ; to check ; to curb ; to contain ; to pin down ; to hold down ; to press down ; to cover ( esp . a part of one's body with one's hand ) ; to clutch (a body part in pain ) ; to press (a body part ) ; to get a hold of ; to obtain ; to seize ; to catch ; to arrest ; to grasp (a point ) ; to comprehend Translation ger niederhalten ; niederdrücken ; zu Boden zwingen ; unterdrücken ; niederhalten ; beherrschen ; kontrollieren ; in Schach halten ; senken ( die Stimme ) ; festhalten ; mit den Händen halten ; fangen ; festnehmen ; punktlos halten ; pfänden ; beschlagnahmen Translation fre retenir ; maintenir ; arrêter ; restreindre ; freiner ; saisir ; attraper ; capturer ; prendre le contrôle de quelque chose ; gouverner ; régir ; limiter ( par ex . l'information ) ; supprimer ; déterminer ( les points importants ) ; trouver ( la preuve ) ; comprendre Translation rus 1) {на}давить , придавить ; 2) придерживать ; прикрывать {рукой} ; 3) подавлять ( напр . мятеж ); пресекать ; задерживать ( кого-л .); накладывать арест ( на что-л .) ; 4) хватать ( кого-что-л .) ; 5) сдерживать , удерживать ; останавливать ; справляться кем-чем-л .) ; ( ср .) おさえがたい ; 6) удерживать , не {от}давать ; не выплачивать ; 7) ( ком .) низко оценивать
Crossref 抑える・おさえる・2







Records 1 - 18 of 18 retrieved in 572 ms